De afgelopen maanden is de Chileense economische en politieke elite ontmaskerd als een corrupte groep die zich boven het gerechtelijk systeem verheven waande. Er braken verschillende schandalen uit die ook de tot voor kort immens populaire presidente, Michelle Bachelet, aan het wankelen brachten.
'Chili is te koop', is een slogan die terug te vinden is op vele plakkaten tijdens demonstraties. Iedereen in Chili weet dat wie veel geld heeft zich een betere weg door het leven kan kopen: kwaliteitsvol onderwijs, betere gezondheidszorg, superieure woningen, een sociale status en macht. Als je iemand nieuw ontmoet in Chili zijn de gebruikelijke eerste vragen: "Waar woon je en waar studeer je (of heb je gestudeerd)?" Met deze twee vragen kan je snel een 'volledig' beeld vormen van een persoon: van zijn sociale klasse, politieke neigingen, enzovoort. En wie je bent wordt in Chili bepaald door een enorm ongelijke maatschappij. Volgens een studie van de 'Universidad de Chile' uit 2013 gaat 32% van het nationaal inkomen naar de 1% rijkste Chilenen. Ter vergelijking: in de VS, ook een land met een enorme ongelijkheid, gaat 21% van het nationaal inkomen naar de rijkste 1% Amerikanen. De helft van de werknemers in Chili verdient minder dan 250.000 Chileense pesos (of 373 euro) per maand. Chili is op sociaal-economisch vlak een van de meest ongelijke landen ter wereld en de meest ongelijke lidstaat van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
Deze ongelijkheid is vooral het gevolg van het neoliberale economische model dat opgelegd werd gedurende de militaire dictatuur van generaal Augusto Pinochet (1973-1990). De meeste publieke diensten en nationale bedrijven werden tijdens de dictatuur geprivatiseerd. Het Pinochet-regime creëerde ook een belastingsysteem waarbij het zeer gemakkelijk was om je werkelijke inkomen te maskeren en zo het betalen van belastingen te vermijden. In combinatie met het afschaffen van de vakbonden, het niet toelaten van collectieve arbeidsovereenkomsten en het verbieden van stakingen, zorgde het belastingsysteem dat een aantal grote bedrijven enorme winsten konden opstrijken, terwijl de arbeiders zich in extreem precaire omstandigheden bevonden. Slechte arbeidsomstandigheden en het bestaan van allerlei achterpoortjes om te vermijden dat bedrijven belastingen moeten betalen, zijn vandaag, 25 jaar na de terugkeer van de democratie in Chili, nog altijd een realiteit. De mensen aan de macht zijn ondertussen veel te gewend geraakt aan hun economische en juridische onaantastbaarheid en aan het gevoel dat ze alles kunnen regelen zoals zij het willen. Deze houding ligt aan de basis van de recente schandalen. De drie zaken waaraan we in dit artikel refereren staan bekend als de Penta, de SQM en de CAVAL-schandalen.
Penta
Het eerste schandaal dat het nationale nieuws haalde draaide rond Penta, een van de grootste zakenholdings in Chili, met dochterbedrijven in verzekeringen, pensioenen, vastgoed, financiën, gezondheidszorg, onderwijs, enzovoort. De holding beheert een kapitaal van 30 miljard VS-dollar en is in het bezit van Carlos Eugenio Lavín en Carlos Alberto Délano, twee prominente supporters van de grootste rechtse partij in Chili, 'Union Nacional Independiente' (UDI). In de zomer van 2014 kwam aan het licht dat Penta er een gewoonte van had gemaakt om valse kwitanties uit te schrijven zodat het bedrag dat het moest betalen aan de belastingen aanzienlijk gereduceerd werd. In Chili bestaat er een manier om te betalen voor diensten in de vorm van een soort 'onkostenvergoeding'. Dit systeem werd ingevoerd zodat zelfstandigen of bedrijven een dienst konden leveren aan een ander bedrijf zonder dat er een arbeidscontract moest opgesteld worden. Veel bedrijven gebruiken dit systeem nu om mensen goedkoop te werk te stellen. Het betekent meer flexibiliteit van de werknemers en minder kosten voor de bedrijven want ze moeten bijvoorbeeld geen vakantiedagen, sociale zekerheid, enzovoort, voorzien. In Chili betalen de bedrijven in theorie eenmaal per jaar een taks van 20% op hun winsten. De winst van het bedrijf wordt dus zijn 'belastbaar inkomen' genoemd. Het systeem van onkostenvergoedingen reduceert het belastbaar inkomen aanzienlijk. Nu bleek dat Penta fictieve onkostenvergoedingen of kwitanties aangaf voor diensten die nooit geleverd waren. Gedurende het fraudeonderzoek werden fictieve kwitanties gevonden van de vrouwen, chauffeurs en vrienden van beide Carlossen. Penta bleek uiteindelijk een enorm en ingewikkeld systeem op poten gezet te hebben om belastingen te ontduiken. Tot nu toe heeft het bedrijf iets meer dan 6 miljard pesos (ongeveer 9 miljoen euro) aan onbetaalde belastingen voor de periode van 2008 tot 2014 moeten terugbetalen aan de staat.
Het staat vast dat Penta geen alleenstaand geval is en dat het systeem van onkostenvergoedingen ook misbruikt wordt door vele andere bedrijven om hun belastbaar inkomen te verlagen. Op het moment van dit schrijven staan beide eigenaars van Penta onder huisarrest, nadat ze anderhalve maand in de gevangenis doorbrachten. Ze zaten echter niet in een gewone gevangenis. De ongelijkheid in de Chileense maatschappij dringt immers door tot in het gevangeniswezen. In de Chileense hoofdstad Santiago bestaat er een speciale gevangenis -genaamd Capitán Yáber – voor mensen die economische misdaden gepleegd hebben en voor bekende, rijke mensen die wat extra kunnen betalen voor betere opsluitingscondities. Het is een tamelijk kleine inrichting met leefomstandigheden die veel luxueuzer zijn dan in gevangenissen voor 'gewone misdadigers'. De rijken en beroemden zijn trouwens niet de enigen die kunnen genieten van hun eigen geprivilegieerde gevangenis in Chili. Er bestaat ook een speciale gevangenis voor militairen, Punta Peuco, waar de officieren en legerbonzen die veroordeeld werden voor mensenrechtenschendingen tijdens het Pinochet-regime, hun dagen slijten. Net zoals Capitán Yáber is deze strafinrichting voor militairen niet te vergelijken met de overvolle gewone gevangenissen, waar de veiligheid en mentale gezondheid van de bewoners voortdurend bedreigd worden.
Wat van de Penta-zaak een nationaal schandaal maakte, was niet alleen de belastingontduiking en de grote sommen geld die op die manier illegaal opgestreken werden door het bedrijf, maar het feit dat een groot deel van dit geld gebruikt werd om politieke campagnes te financieren. Al jarenlang zijn zowel Carlos Eugenio Lavín als Carlos Alberto Délano hevige aanhangers van de UDI en haar politieke leiders, maar uit het onderzoek bleek dat ook andere politici op een deel van het illegaal verworven geld konden rekenen. Zo steunden de Carlossen onder meer de ex-minister van Financiën (2006-2010) en voormalig onafhankelijk presidentskandidaat (2013), Andres Velasco, die nochtans specifiek naar de kiezers stapte met een platform van 'nieuwe politiek cultuur' en anti-corruptie. In Chili bestaat er een wettelijk systeem waardoor politieke campagnes in het geheim of 'reservado' financieel gesteund kunnen worden. Van de geheime donaties weet alleen de ontvanger wie de gulle schenker is en van de 'gereserveerde' weet zelfs de begunstigde niet wie de steungever is. In de praktijk bleek bijvoorbeeld dat tijdens de algemene verkiezingen van 2013, 90% van alle donaties geheim of gereserveerd waren, maar bedrijven zijn doorgaans de grootste donors. De wetgeving is zeer strikt over het maximumbedrag dat een kandidaat mag spenderen aan zijn/haar campagne, die officieel ook pas gelanceerd mag worden drie maanden voor de verkiezingsdag. Maar in de praktijk starten de kandidaten veel vroeger met zichzelf te promoten en wordt er dus ook al heel veel geld gespendeerd voor de wettelijk bepaalde campagneperiode van start gaat. Een aantal voorbeelden van bedrijven die in het geheim politici sponsoren werden openbaar gemaakt in het kader van de Penta-affaire. Het onderzoeksteam gaf een e-mail vrij van de huidige UDI-senator Ena Von Baer gericht aan Carlos Alberto Délano, waarin ze uitlegde dat ze na een zwaarbevochten campagne met een deficit geconfronteerd werd van 100 miljoen pesos (150.000 euro). Op zeer informele toon vroeg ze hem of hij haar niet uit de nood kon helpen. Deze e-mail werd openbaar gemaakt nadat de senator publiekelijk verklaard had dat ze nooit geld gevraagd of gekregen had van Penta. In een andere e-mail ter attentie van Délano, ontsloten door het onderzoeksteam, vroeg Iván Moreira -een van de meest notoire politieke aanhangers van Pinochet- of er nog wat "raspado de la olla" was. Dit betekent zoveel als 'de restjes in de kookpot' – waarmee hij eigenlijk ook suggereerde dat het om een kleinigheid ging voor de eigenaar van Penta.
SQM & CAVAL
Het fraude-onderzoek rond Penta leidde ook naar Pablo Wagner, de voormalige vice-minister van Mijnbouw onder president Sebastian Piñera (2010-2014). Wagner bleek betrokken te zijn via zijn schoonzus, Carolina de la Cerda. Toen de openbare aanklager Carolina ondervroeg werd een hele nieuwe doos van Pandora geopend. Ze verklapte namelijk ook details over een ander bedrijf dat politici financierde met geld dat opgestreken was via valse kwitanties, maar dan op veel grotere schaal. En deze keer ging het om politici van de twee grootste politieke coalities in het land, de rechtse 'Alianza por Chile' en het centrumlinkse 'Nueva Mayoría'. Het bedrijf met boter op het hoofd is 'Sociedad Quimica y Minera de Chile' of SQM, een mijnbouw- en chemiereus. SQM bouwde zijn fortuin oorspronkelijk op met de exploitatie van salpeter (kaliumnitraat), maar verdient vandaag vooral veel geld aan de ontginning van lithium. De belangrijkste eigenaar van SQM is Julio Ponce Lerou, die de controle over het bedrijf verwierf dankzij een overeenkomst met zijn schoonvader, niemand minder dan Pinochet zelf.
De laatste maanden gaat er geen week voorbij zonder nieuwe revelaties over politici of familieleden van politici die gelinkt worden aan het SQM-schandaal. Zo passeerden al de revue: Rodrigo Peñailillo of de huidige minister van Binnenlandse Zaken, verschillende personen die betrokken waren bij de electorale campagne van president Bachelet, de zoon van de pas verkozen voorzitter van de Christendemocratische Partij, de vorige president van Chili, Piñera, enzovoort.
Begin februari 2015, terwijl Bachelet aan het genieten was van haar zomervakantie in het zuiden van Chili en een paar dagen nadat de peilingen een stijging in haar populariteit toonden na een moeilijk eerste jaar van haar tweede ambtstermijn als president, brak het CAVAL-schandaal uit. Deze affaire zou ervoor zorgen dat ze zelf in een slecht daglicht kwam te staan en dat haar populariteit kelderde naar een absoluut dieptepunt. Natalia Campagnon, de vrouw van Sebastián Dávalos, de zoon van Bachelet, is mede-eigenaar van het relatief kleine investeringsbedrijf CAVAL. Het bedrijf was in 2014 op de hoogte van het feit dat de status van grote stukken grond in Machalí, ten zuiden van Santiago, zou wijzigen van ruraal naar stedelijk gebied. Daardoor zou de waarde van de grond op slag verdrievoudigen. Met deze informatie op zak vroeg CAVAL een lening aan van 6,5 miljard pesos (9,5 miljoen euro) bij Banco de Chile. Normaal gezien zou een bedrijf van bescheiden omvang als CAVAL nooit zo'n lening krijgen, maar het kon pronken met een project-manager met de naam Dávalos, de zoon van de toekomstige president. Amper een paar dagen voor Bachelet de verkiezingen won, had haar schoondochter Compagnon een vergadering met een van de eigenaars van Banco de Chile, Androniko Luksic, een van de rijkste personen in Chili (ook iets wat de meeste bedrijven van CAVAL's grootte normaal nooit te beurt zou vallen). Op deze vergadering, waar ook de zoon van Bachelet aanwezig was, werd overeengekomen om wat men noemt een 'bullet'-lening toe te kennen van 6,5 miljard pesos. Bij een bullet-lening krijg je een eenmalig bedrag, waarbij gedurende de beperkte looptijd van de lening uitsluitend de rente wordt terugbetaald. Het eigenlijke bedrag dat geleend werd, wordt dan aan het einde van de looptijd in één keer terugbetaald. In dit geval ging het om de terugbetaling van in totaal 7 miljard pesos binnen de 180 dagen. Het geld van de lening werd gebruikt door CAVAL om de gronden in Machalí te kopen die een aantal maanden en een statuswijziging later werden doorverkocht voor 9 miljard pesos aan het bedrijf Ruta 68. Op een paar maanden tijd kon CAVAL dus zijn lening afbetalen en streek het 2 miljard pesos (bijna 3 miljoen euro) winst op. In de praktijk is dit allemaal legaal. De bank heeft het recht om een lening uit te schrijven aan CAVAL en het bedrijf mag op zijn beurt land opkopen en opnieuw verkopen, maar het gebruik van bevoorrechte informatie is illegaal. En het is precies het bestaan van voorkennis dat onderzocht wordt in deze zaak.
De CAVAL-affaire, met zijn gebruik van geprivilegieerde informatie en bevoorrechte toegang tot politieke en economische beleidsmakers, is een uitstekend voorbeeld van de manier waarop de ongelijkheid in Chili werkt. Wat deze praktijken nog schokkender maakt is dat ze regelrecht indruisen tegen het electoraal programma waarvoor Michelle Bachelet verkozen werd. Toen ze haar kandidatuur voor de huidige presidentiële termijn aankondigde, was het belangrijkste element in haar speech de noodzaak om een einde te maken aan de enorme ongelijkheid in Chili. Sinds ze het ambt van president heeft opgenomen is ze voortdurend blijven benadrukken dat het belangrijk is om iedereen een gelijke startpositie te garanderen en dezelfde mogelijkheden te bieden in het leven, ongeacht klasse en afkomst. Dat haar zoon samen zit met een machtige bankeigenaar om een enorme lening af te dwingen voor een bedrijf dat daar normaal gezien geen kans op zou maken, heeft natuurlijk niets te maken met gelijke startposities in het leven.
Toen Bachelet haar functie als president vorig jaar opnam, stelde ze haar zoon aan als de Presidentiële Socio-Culturele Directeur, een onbezoldigde positie die normaal gezien toegekend wordt aan de echtgenotes van de mannelijke presidenten. Hun taak is om het werk van bepaalde aan de overheid verbonden liefdadigheidsstichtingen te overzien. Er rezen vroeger al vragen over de toekenning van bepaalde overheidsposities aan Dávalos louter omdat hij de zoon van Bachelet was. Zo was hij gedurende haar eerste presidentstermijn werkzaam aan het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij staat ook bekend om zijn liefde voor dure auto's, feestjes en het goede leven. Volgens sommigen stelde Bachelet haar zoon aan als Socio-Culturele Directeur omdat ze weet dat hij een lastpost is en ze hem op die manier beter in het oog kon houden. Indien dat waar is, heeft het in ieder geval niet gewerkt.
Dávalos was eveneens op vakantie toen het nieuws uitbrak van de CAVAL-affaire. Het duurde weken voor hij terug in het openbaar verscheen om zijn ontslag als Presidentiële Socio-Culturele Directeur in te dienen, onder druk van alle maatschappelijke sectoren. Gedurende de weken die aan zijn ontslag voorafgingen, loste Bachelet geen woord over de zaak. Het was uiteindelijk via de woordvoerder van de regering dat er meegedeeld werd dat er niets illegaals was aan de CAVAL-operatie en dat de zaak met het ontslag van Dávalos afgesloten was. Dat was toch wat Bachelet gehoopt had. Dat ze weken liet voorbijgaan alvorens te reageren en haar zoon nooit rechtstreeks veroordeelde voor zijn daden, zorgden ervoor dat de Chilenen het vertrouwen verloren in Bachelets engagement om een einde te maken aan de ongelijkheid in het land. De populariteitsgraad van de president zakte dramatisch, tot het laagste niveau van haar twee ambtstermijnen. Het viel de regering ondertussen zwaar om zich opnieuw te concentreren op haar projecten in plaats van gedomineerd te worden door de verschillende corruptiezaken. Begin mei verzocht Bachelet uiteindelijk het hele kabinet om zijn ontslag in te dienen.
Nieuwe grondwet
In een poging om terug in een goed blaadje te komen bij de bevolking, kondigde Bachelet de oprichting van een adviescommissie aan, vooral bestaande uit gerespecteerde academici, die de relaties tussen de zakenwereld en de politiek moest herbekijken. Terwijl deze raad startte met zijn werkzaamheden kwamen er verschillende nieuwe schandalen aan het licht. Na anderhalve maand overhandigde de adviesraad verschillende aanbevelingen aan de president, die ze publiek maakte via een toespraak tot de natie. Een van de belangrijkste aanbevelingen die Bachelet zal proberen implementeren is de beëindiging van de financiering van politieke campagnes door bedrijven. In plaats daarvan zou de staat, politieke partijen moeten financieren. De Raad suggereerde ook om het aantal termijnen dat parlementsleden, burgemeesters en schepenen herkozen kunnen worden in te perken. In een poging om de kern van de discussie terug te verschuiven naar de regeringsprogramma's maakte Bachelet ook gebruik van haar toespraak tot de natie om aan te kondigen dat er een proces gestart wordt om een nieuwe grondwet op te stellen. Ze had dit al beloofd tijdens haar verkiezingscampagne maar ze zal nu eerder dan voorzien -in september 2015 al- aanvatten met deze belangrijke taak. De huidige grondwet werd opgesteld onder Pinochet en hoewel er sinds de dictatuur al heel wat amendementen werden doorgevoerd, blijft het in essentie 'de grondwet van Pinochet'. Een nieuwe grondwet is al veel langer een noodzaak om van Chili een meer rechtvaardige maatschappij te maken. Verschillende sectoren in de maatschappij eisen dan ook al jaren de oprichting van een Constitutionele Vergadering. Ze zien het als de beste manier om een nieuwe grondwet te ontwerpen. Hoewel Bachelet deze werkwijze nooit uitgesloten heeft tijdens haar verkiezingscampagne, wordt het alsmaar duidelijker dat dit niet het mechanisme is waar de regering voor zal kiezen. In haar toespraak kondigde ze een serie van 'dialogen met de civiele maatschappij' aan, maar uiteindelijk zou het aan de regering liggen om de argumenten te verzamelen en met een constitutioneel project op de proppen te komen dat voorgelegd zal worden aan het parlement.
Sinds al deze corruptieschandalen uitbraken moest tot nog toe slechts een persoon met een politieke functie zich verantwoorden voor het gerecht (Cristian Wagner). De machtige eigenaars van Penta werden zoals gezegd opgesloten. De Chilenen zaten aan hun televisietoestellen gekluisterd want het was de eerste keer in de geschiedenis van het land dat mensen met zoveel economische macht effectief in de gevangenis belandden. Zelfs al was het dan geen gewone gevangenis, het gaf de burgers toch een soort gevoel van rechtvaardigheid. De rechtszaken zijn nog altijd aan de gang en eind april werd ook het SQM-proces opgestart, met de directeur-generaal van het bedrijf als een van de beklaagden. De meeste mensen die aangeklaagd worden hebben enorme bankrekeningen en kunnen dus heel goede advocaten betalen. Bovendien kan men al aanvoelen dat in de kringen van de macht de opinie begint te leven dat de Carlossen na anderhalve maand in voorarrest genoeg geboet hebben voor hun daden en dat "economische misdaden" eigenlijk bestraft moeten worden met economische sancties. Dávalos is ondertussen de enige persoon uit de politieke wereld die op eigen initiatief zijn ontslag genomen heeft ten gevolge van de schandalen. De andere senatoren of parlementsleden die geld ontvingen van Penta of SQM lijken van plan om zich hun aan hun posities vast te klampen zolang ze dat kunnen.
De politieke en economische klasse in Chili is wel wakker geschud door de recente gebeurtenissen. Ze kunnen niet langer gebaren dat er niets aan de hand is, al doen sommigen toch heel hard hun best om de hele heisa te negeren. Dankzij een beter geïnformeerde civiele maatschappij, die o.a. gretig gebruik maakt van de in Chili zeer populaire sociale media, kan er meer druk uitgeoefend worden en wordt er veel meer informatie verspreid dan ooit tevoren. De studenten hebben de anti-corruptie eis begin dit schooljaar opgenomen in hun jaarlijks terugkerende massale demonstraties, en in de vele speeches op de dag van de arbeid werd natuurlijk ook uitgebreid verwezen naar de corruptie en de ongelijkheid in de maatschappij. Het is duidelijk dat de mensen genoeg hebben van politici en andere personen in machtsposities die elkaar voortdurend diensten en wederdiensten bewijzen. Als deze frustratie gekanaliseerd kan worden op politieke wijze, zoals bijvoorbeeld in een beweging die de oprichting van een Constitutionele Vergadering eist, is het misschien mogelijk om wat druk op de ketel te zetten, zodat er eindelijk verandering komt in dit ongelijke systeem waar slechts enkelen echt van profiteren.
Javier Garate-Neidhardt is een Chileense antropoloog die jarenlang werkte voor War Resister's International. Het artikel verscheen tevens in het tijdschrift Vrede van mei-juni.