Image
Soedan

Raoul Wallenberg Centre for Human Rights

De oorlog tegen kinderen in Soedan
Artikel
4 minuten

Ongeveer tweeënhalf jaar na het begin van het verwoestende conflict in Soedan zijn kinderen er op onvoorstelbare schaal aan het lijden. Wat in april 2023 begon als een machtsstrijd tussen de Soedanese strijdkrachten (SAF) en de Rapid Support Forces (RSF), is uitgegroeid tot een van de ergste crisissen ter wereld voor kinderen, gekenmerkt door massale hongersnood, gedwongen ontheemding en opzettelijke aanvallen op jongeren en kwetsbare personen. 

Een recent rapport van het ‘Raoul Wallenberg Centre for Human Rights’ (RWCHR) focust specifiek op de wreedheden die in de context van de oorlog in Soedan gepleegd worden tegen kinderen, en concludeert dat zij niet alleen het slachtoffer zijn van de omstandigheden, maar ook opzettelijk worden geviseerd. 

“Alleen al in het eerste jaar van het conflict werden meer dan 10 miljoen kinderen in heel Soedan blootgesteld aan geweld.” Uit onderzoek blijkt dat zowel de SAF als de paramilitaire RSF “op grote schaal wreedheden hebben begaan tegen kinderen, waaronder moord, seksueel geweld, gedwongen rekrutering en de opzettelijke vernietiging van essentiële civiele infrastructuur, zoals ziekenhuizen en scholen”.

Het rapport benadrukt ook de betrokkenheid van meerdere externe actoren bij de oorlog, in het bijzonder de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). “Er is substantieel bewijs -onder meer van informanten van de RSF- dat de VAE de belangrijkste leverancier is van zware wapens, gepantserde voertuigen, munitie en drones, en dat [de VAE] de RSF en aanverwante milities financieel en politiek ondersteunt”, aldus het rapport. 

Wreedheden

In de inleiding van het RWCHR-rapport schrijft Mukesh Kapila, voormalig Vertegenwoordiger en Humanitair Coördinator voor de VN in Soedan, dat de vastgestelde wreedheden tegen kinderen onder meer bestaan uit “slavernij en seksueel geweld in de meest verdorven vormen, evenals hun gedwongen rekrutering als soldaten”.

Verder in het rapport wordt dieper ingegaan op de “alarmerende berichten over systematisch seksueel geweld", waaronder verkrachting. Er wordt daarbij verwezen naar een eerder verschenen onderzoek van UNICEF, het kinderfonds van de VN, dat vaststelde dat het niet om geïsoleerde incidenten gaat, maar systematisch is en over heel het land voorkomt. Meisjes zijn het grootste slachtoffer. UNICEF documenteerde zelfs honderden gevallen van seksueel geweld tegen kinderen van slechts één jaar oud.

“Over het algemeen wordt seksueel geweld zwaar ondergerapporteerd, vooral in gevallen waarbij kinderen betrokken zijn, vanwege het sociale stigma voor de slachtoffers, het risico op vergelding of represailles, en de decimering van de gezondheidszorg, en de meldings- en communicatiesystemen.”

Soedan telt naar schatting 50 miljoen inwoners, waarvan 42% jonger dan 14 jaar. De VN had het een half jaar geleden al over een “dramatische toename van ernstige schendingen van de rechten van kinderen” in het Oost-Afrikaanse land, “vooral in de regio Darfoer, waar kinderen op ongekende schaal worden vermoord en verminkt”.

Als gevolg van de oorlog hebben 16 miljoen Soedanese kinderen ook dringend humanitaire hulp nodig. Bijna vier miljoen kinderen onder de vijf jaar lijden aan acute ondervoeding. De hele bevolking van Al-Fashir, de hoofdstad van de deelstaat Noord-Darfoer, die al meer dan 500 dagen door de RSF wordt belegerd, leeft in hongersnood.

Safe the Children stelt dat bijna 40 jaar vooruitgang op het gebied van kindervaccinatie verloren ging door de oorlog. Cholera verspreidt zich snel en kinderen lopen op grote schaal het risico ziekten op te doen die normaal perfect geneesbaar zijn. Daarnaast kunnen ongeveer 17 miljoen kinderen niet naar school.

Van de meer dan 12 miljoen ontheemden in Soedan is 53% kind. Volgens het RWCHR-rapport gaat het om de grootste ontheemde kinderen-crisis in de wereld.  

“Kinderen sterven door honger, ziekte en direct geweld. Ze worden afgesneden van de diensten die hun leven zouden kunnen redden. Dit is geen hypothetisch scenario. Het is een dreigende catastrofe”, aldus Sheldon Yett, vertegenwoordiger van UNICEF in Soedan.

Zware nalatigheid

Ondanks de enorme omvang van de noden is het tekort aan internationale financiering enorm. “Er is levensreddende hulp nodig voor 16 miljoen kinderen, maar UNICEF kampt dit jaar met een tekort van 1 miljard dollar voor de operaties in Soedan”, aldus het RWCHR-rapport.

“We staan op het punt om onomkeerbare schade toe te brengen aan een hele generatie kinderen, niet omdat we de kennis of de middelen missen om hen te redden, maar omdat we collectief nalaten te handelen met de urgentie en op de schaal die deze crisis vereist.”

De schamele internationale respons wordt niet alleen gekenmerkt door een onvergeeflijk tekort aan hulp, maar ook door een totaal gebrek aan diplomatieke inspanningen om het conflict tot een einde te brengen. Er wordt evenmin druk uitgeoefend op de strijdende partijen en hun externe sponsors (zowel staten als bedrijven) via internationale rechtsmechanismen, sancties of wapenembargo's. Het RWCHR-rapport omschrijft het lijden van de kinderen in Soedan daarom niet alleen als een humanitaire ramp, maar ook als het gevolg van internationale nalatigheid en medeplichtigheid, die oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in stand houden. 

Het rapport waarschuwt bovendien voor een “dreigend risico op genocide” -zeker in de regio rond Al-Fashir waar reeds etnische zuiveringen werden vastgesteld- en beroept zich op de verplichtingen van staten uit hoofde van het Genocideverdrag om deze misdaden te voorkomen en te stoppen. 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.