Deze maand is het 70 jaar geleden dat de Verenigde Staten zijn krachtigste nucleaire test ooit uitvoerde. Onder de codenaam Castle Bravo werd op 1 maart 1954 een thermonucleaire bom tot ontploffing gebracht met een vernietigingskracht die bijna 1000 keer groter was dan de kernbom die in 1945 op de Japanse stad Hiroshima werd gedropt. De gevolgen voor mens en milieu zijn zeven decennia later nog steeds voelbaar.
Tussen 1946 en 1958 voerde de VS 67 nucleaire tests uit op de Marshalleilanden in de Stille Oceaan. Castle Bravo ging door op de Bikini-atol -een ring van kleine koraaleilanden (behorend tot de Marshalleilanden)- waarvan de inwoners eerder al waren weggevoerd om plaats te maken voor de nucleaire tests van de VS. De ontploffing op 1 maart 1954 veegde twee volledige eilandjes en een deel van een derde eiland van de kaart. Radioactief stof (fallout) dwarrelde neer over nabijgelegen eilanden.
Voor de Castle Bravo-test ontruimde het VS-leger bepaalde bewoonde eilanden in de buurt, maar de bevolking van andere eilanden werd niet eens gewaarschuwd voor het op handen zijnde experiment. De bewoners van de Rongelap-, Ailinginae- en Utrik-atollen werden pas twee à drie dagen na de ontploffing geëvacueerd. Ze waren toen al blootgesteld aan bijna dodelijke dosissen radioactieve straling. Uiteindelijk werden zeker 15 eilanden en atollen radioactief vervuild. In de nasleep werd van deze situatie gebruik gemaakt door de VS om een geheim wetenschappelijk project op te zetten -Project 4.1- waarbij medisch onderzoek en experimenten werden verricht op inwoners van de Marshalleilanden die door Castle Bravo waren blootgesteld aan radioactieve neerslag.
Nucleair kolonialisme
De tests met wapens gebaseerd op de nieuwe gevaarlijke kerntechnologie werden opgedrongen aan de inheemse bewoners van gekoloniseerd gebied, zonder veel inspraak en zonder enige consideratie voor de onmiddellijke impact op hun welzijn, gezondheid en omgeving. De vervuilende en ontmenselijkende gevolgen op lange termijn werden al helemaal niet in overweging genomen. Men spreekt in dit verband van nucleair kolonialisme. Het enige wat telde voor de VS was het tentoonspreiden van militaire en technologische superioriteit ten opzichte van het rivaliserende machtsblok in de context van de Koude Oorlog.
Toen Washington de Marshalleilanden, en in het bijzonder de Bikini- en Enewetak-atollen, in 1946 aanduidde als de plaats waar het zijn nucleaire tests zou uitvoeren, werden de inheemse bewoners dwingend verzocht om hun voorouderlijk land van de ene op de ander dag te verlaten. Dit zou een "tijdelijke" situatie zijn, verzekerde het VS-leger. De Bikini-bewoners werden achtereenvolgens overgebracht naar verschillende naburige eilanden in de Stille Oceaan, waar ze geconfronteerd werden met allerlei ontberingen.
Aan het einde van de jaren 1960 verklaarde de VS Bikini opnieuw veilig voor bewoning en een deel van de ontheemde bevolking keerde begin de jaren 1970 terug. Na een tijdje werd echter duidelijk dat het radioactieve milieu voor heel wat acute gezondheidsproblemen zorgde en veel te gevaarlijk was. In 1978 werden de teruggekeerden opnieuw elders hervestigd. Vandaag zijn de bodem, de lagune, het fruit en zelfs de lucht in de Bikini-atol nog steeds zodanig radioactief -mede door het totaal gebrek aan toereikende inspanningen om het bredere gebied te saneren-, dat een eventuele terugkeer van de ontheemde bewoners en hun nabestaanden uitgesloten is. De langdurige ontheemding van de inheemse slachtoffers van de nucleaire tests ging gepaard met een verlies aan typische gebruiken en ander cultureel erfgoed.
Geen gerechtigheid
De Marshalleilanders hebben zich van bij het begin verzet tegen de kernproeven in hun voorouderlijk gebied, maar werden vakkundig genegeerd. Vanaf 1958, het jaar van de laatste kernproef op de Marshalleilanden, eisten ze gerechtigheid in de vorm van erkenning en financiële compensatie. Maar vandaag moeten de slachtoffers die werden ontheemd en de medische gevolgen dragen van de tests, nog steeds vechten voor gerechtigheid.
In 1988 werd wel een speciaal internationaal tribunaal opgericht dat getroffen Marshalleilanders in staat moest stellen om schadevergoedingen aan te vragen. De VS stelde van bij het begin echter te weinig middelen ter beschikking en stopte op een bepaald moment volledig met de financiering. De werking van het tribunaal ligt ondertussen al ruim 13 jaar stil. Miljarden dollars aan reeds toegekende schadevergoedingen zijn nog steeds niet uitbetaald. De enige mogelijkheid om het tribunaal opnieuw op de rails te krijgen, is het VS-Congres blijven verzoeken om er geld voor uit te trekken. Het flagrant gebrek aan politieke wil om de slachtoffers van de kernproeven in de Marshalleilanden gerechtigheid te gunnen, illustreert de voortzetting van het nucleair kolonialisme.
Wil je graag meer te weten komen over de strijd van de Marshall-eilanders en hun lotgenoten elders in de wereld? Kom dan op dinsdagavond 12 maart naar Gent voor de derde les van onze Vredesacademie over kernwapens, waarin Naomi Zoka (Pax Christi) dieper zal ingaan op het thema nucleair kolonialisme. Praktische info vind je in de kalender.