De VS voert al 20 jaar een niet-aflatende luchtoorlog in het Midden-Oosten. Dat is niet veranderd sinds de recente presidentswissel.
Op 25 februari beval VS-president Biden de luchtmacht om 7 bommen van 230 kg te droppen op “door Iran gesteunde strijders” in Syrië. Daarbij kwamen naar verluidt 22 mensen om. Volgens het Pentagon waren de bombardementen een vergelding voor een raketaanval op 15 februari tegen een Amerikaanse basis in Noord-Irak. Zoals te voorspellen viel, kon de Amerikaanse luchtaanval geen einde brengen aan de raketaanvallen op de enorm onpopulaire VS-basissen in Irak. Het Iraakse parlement keurde trouwens al meer dan een jaar geleden een resolutie goed om deze basissen te sluiten.
Te midden van behoorlijk wat kritiek vanwege het VS-publiek, het Congres en de internationale gemeenschap werd de Amerikaanse luchtaanval van 25 februari in de Westerse media voorgesteld als een geïsoleerd en uitzonderlijk incident. De bombardementen werden bestempeld als illegaal en een gevaarlijke escalatie van alweer een conflict in het Midden-Oosten.
Schaal van de luchtaanvallen
Maar buiten het weten van de Amerikanen om, is het VS-leger alle dagen betrokken bij het bombarderen en doden van mensen in andere landen. De VS en zijn bondgenoten hebben sinds 2001 meer dan 326.000 bommen en raketten afgevuurd op derde landen, waaronder meer dan 152.000 in Irak en Syrië. Dat is een gemiddelde van 45 bommen en raketten per dag, elke dag, voor bijna 20 jaar lang.
De VS dropte de afgelopen 20 jaar gemiddeld 45 bommen en raketten per dag op andere landen.
In 2019, het laatste jaar waarvoor er betrekkelijk volledige gegevens beschikbaar zijn, lag het gemiddelde op 42 bommen en raketten per dag, waaronder dagelijks 20 in Afghanistan alleen. Dus als die 7 bommen van 230 kg de enige waren die de VS inzette op 25 februari, dan zou het in vergelijking met een gemiddelde dag in 2019 of in eender welk jaar tijdens de afgelopen 2 decennia, een uitzonderlijk stille dag geweest zijn voor de Amerikaanse en geallieerde luchtmachten.
Het zou ook kunnen dat de niet-aflatende Amerikaanse luchtoorlog in landen in het Midden-Oosten eindelijk begint af te nemen. In dat geval vormde het bombardement van 25 februari een ongebruikelijke piek van geweld. Maar welke van de 2 opties is het? En hoe zouden we het weten?
Geheimhouding
We weten het niet omdat de Amerikaanse regering dat niet wil. Van januari 2004 tot februari 2020 hield het VS-leger bij hoeveel bommen en raketten het dropte in Afghanistan, Irak en Syrië. Deze cijfers werden ook op regelmatige basis gepubliceerd in maandelijkse ‘US Airpower Summaries’, rapporten die beschikbaar waren voor journalisten en het publiek. In maart 2020 stopte de Trump-regering echter abrupt met de publicatie ervan en de Biden-regering heeft er tot dusver ook nog geen vrijgegeven.
De Amerikaanse en internationale media brengen slechts verslag uit over een heel kleine fractie van de honderdduizenden luchtaanvallen.
De Amerikaanse en internationale media brengen slechts verslag uit over een heel kleine fractie van de honderdduizenden luchtaanvallen. Dat geldt ook voor de menselijke slachtoffers en de massale vernietiging die ze veroorzaken. Zonder regelmatige Airpower Summaries, uitgebreide databanken over luchtaanvallen in andere oorlogszones en ernstig onderzoek over het aantal doden dat daarbij valt, wordt het Amerikaanse publiek (en de wereld) bijna volledig in het ongewisse gelaten over de dood en vernieling die de VS-leiders zaaien in naam van de bevolking. Het verdwijnen van de Airpower Summaries heeft het volledig onmogelijk gemaakt om zich een duidelijk beeld te vormen van de huidige schaal van de Amerikaanse luchtoorlog.
Ontbrekende info
De hoger aangehaalde cijfers zijn voornamelijk gebaseerd op de Airpower Summaries, de telling van drone-aanvallen in Pakistan, Somalië en Jemen door het ‘Bureau of Investigative Journalism’, het ‘Yemen Data Project’ over de door Saoedi-Arabië geleide luchtaanvallen op Jemen, en de databank van de ‘New America Foundation’ over buitenlandse bombardementen in Libië.
Er zijn verschillende categorieën van luchtaanvallen waar in de Airpower Summaries geen rekening mee gehouden werd, wat betekent dat het echte aantal zeker hoger ligt.
In februari 2017 publiceerde ‘Military Times’ een artikel getiteld ‘De statistieken van het VS-leger over dodelijke luchtaanvallen zijn verkeerd. Er zijn duizenden niet-gerapporteerde’. De grootste groep luchtaanvallen die niet opgenomen wordt in de Airpower Summaries zijn de helikopteraanvallen. Het VS-leger bevestigde aan de auteurs van het Military Times-artikel dat helikopters in 2016, 456 niet-gerapporteerde luchtaanvallen uitvoerden in Afghanistan. De auteurs leggen uit dat het niet vermelden van helikopteraanvallen een consistente praktijk was gedurende de oorlogen sinds 9/11. Hoeveel raketten er effectief afgevuurd werden bij die 456 aanvallen tijdens het onderzochte jaar, konden de auteurs niet achterhalen.
Beschietingen door ‘AC-130 gunships’ worden ook niet opgenomen in de Airpower Summaries. De luchtaanval die het hospitaal van Artsen zonder Grenzen in de Afghaanse stad Kunduz verwoestte in 2015 werd bijvoorbeeld niet uitgevoerd met bommen of raketten, maar met een Lockheed-Boeing AC-130 gunship. Deze gevechtsvliegtuigen zijn massavernietigingswapens die doorgaans bemand worden door speciale eenheden van de Amerikaanse luchtmacht. Ze zijn ontworpen om gronddoelen te omcirkelen en te bestoken met Howitzer-granaten en kanonvuur. De VS heeft gebruik gemaakt van AC-130’s in Afghanistan, Irak, Libië, Somalië en Syrië.
De ‘Airpower Summaries’ van 2004 tot 2007 bevatten een voetnoot die erop wijst dat aanvallen met 20mm en 30mm-kanonnen of -raketten niet opgenomen werden in de lijst. 30mm kanonnen op A-10 Warthogs en op andere aanvalsvliegtuigen zijn nochtans krachtige wapens, oorspronkelijk ontworpen om Sovjet-tanks te vernietigen. A-10s schieten per seconde 65 granaten met verarmd uranium af. Zo nemen ze een heel gebied onder dodelijk en willekeurig spervuur. Toch telt dit niet als een ‘wapenontlading’ in de Airpower Summaries.
De Verenigde Staten vormde een militaire coalitie met 11 West-Afrikaanse landen in 2005 en heeft nu een drone-basis in Niger. Toch konden we nergens een databank vinden van luchtaanvallen van de VS of bondgenoten in die regio, noch in de Filipijnen, Latijns-Amerika of elders. Luchtoperaties in het kader van opstand- en terrorismebestrijding (‘counter-insurgency’ en ‘counter-terrorism’) in heel wat delen van de wereld werden ook toen de Airpower Summaries wel nog op regelmatige basis verschenen, niet kenbaar gemaakt.
Het was duidelijk geen toeval dat Trump de rapportering rond luchtaanvallen stopzette vlak na de totstandkoming in februari 2020 van de deal met de Taliban over de terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Afghanistan. Dit versterkte de valse indruk dat de oorlog gedaan was. In werkelijkheid werden de Amerikaanse bombardementen hervat na een pauze van slechts 11 dagen. Met respectievelijk 7.362 en 7.423 luchtaanvallen in Afghanistan in 2018 en 2019, waren dat recordjaren sinds het begin van de oorlog (op 2001 na). Maar hoe zat het in 2020? Zonder officiële gegevens weten we niet of het terugtrekkingsakkoord geleid heeft tot een substantiële vermindering van de luchtaanvallen of niet.
Biden
President Biden heeft dwaas genoeg geprobeerd om de luchtaanvallen in Syrië te gebruiken als pressiemiddel tegenover Iran, in plaats van zich simpelweg terug aan te sluiten bij de nucleaire deal met dat land - zoals hij overigens beloofd had in zijn verkiezingscampagne. Biden volgt in de voetsporen van Trump door de Amerikaanse luchtaanvallen te hullen in dezelfde geheimhouding die zijn voorganger invoerde om te verstoppen dat hij er niet in geslaagd was om “een einde te maken aan eindeloze oorlogen”.
Biden volgt in de voetsporen van Trump door de Amerikaanse luchtaanvallen te hullen in dezelfde geheimhouding die zijn voorganger invoerde.
Het is heel goed mogelijk dat de zeer zichtbaar gemaakte aanvallen van 25 februari, net zoals Trumps raketaanvallen op Syrië in april 2007, een afleidingsmanoeuvre waren voor veel zwaardere maar quasi niet-gerapporteerde Amerikaanse bombardementen die elders aan de gang waren. In het geval van Trump ging het om de huiveringwekkende vernietiging van Mosul, toen de tweede belangrijkste stad van Irak. De enige manier waarop Biden het publiek kan verzekeren dat hij Trumps muur van geheimhouding niet gebruikt om de verwoestende Amerikaanse luchtoorlogen voort te zetten, is door die heimelijkheid onmiddellijk op te heffen en de publicatie van volledige en nauwkeurige Airpower Summeries te hervatten.
Biden kan het respect van de wereld voor het Amerikaans leiderschap of de steun van het Amerikaans publiek voor het buitenlands beleid niet herstellen door nog meer leugens, geheimen en wreedheden te stapelen bovenop deze die hij geërfd heeft. Als hij dit toch probeert, zou hij op nog een andere manier in de voetsporen van Trump kunnen treden: als de mislukte, eenmalige president van een destructief en inkrimpend imperium.
Medea Benjamin is mede-oprichter van de Amerikaanse vredesorganisatie CODEPINK for Peace en de auteur van o.a. ‘Inside Iran: The Real History and Politics of the Islamic Republic of Iran’ (2018).
Nicolas J.S. Davies is een onafhankelijke journalist, onderzoeker voor CODEPINK en de auteur van ‘Blood on Our Hands: The American Invasion and Destruction of Iraq’ (2010).
Dit artikel werd vertaald en bewerkt. Het verscheen eerder op www.antiwar.com.