In Parijs vindt een tweedaags Permanent Volkstribunaal over Turkije en de Koerden plaats om te oordelen over oorlogsmisdaden in de Koerdische regio de afgelopen decennia. De getuigenissen over de belegeringen in een aantal Koerdische steden in de winter van 2015-2016 waren schokkend.
Er waren op de eerste dag een aantal pakkende getuigenissen te horen over de belegeringen van Cizre, Nusaybin, Sur en Silopi (Turks Koerdistan of Bakur) op het "Permanent Peoples’ Tribunal on Turkey and Kurds" in Parijs dat je ook via de internetsite kan volgen. Het Tribunaal hoort getuigenissen en experts om te oordelen over mogelijke schendingen van het internationaal recht en het internationaal humanitair recht, zoals oorlogsmisdaden.
De belegeringen kwamen er na het mislukken van de vredesgesprekken tussen de Turkse regering en de PKK midden 2015, de Turkse bombardementen op de PKK kampen in Noord-Irak (juli 2015) en de aanslag in Suruc op een bijeenkomst van jongeren in solidariteit met Kobani (dat toen door IS werd aangevallen in Noord-Syrië) op 20 juli. Boze Jongeren kwamen in opstand en trokken barricades op. Ze riepen het zelfbestuur uit. Meer over de context vind je hier. De betrokken steden hebben – niet toevallig – gemeen dat ze het hoogst aantal HDP-stemmen (de pro-Koerdische Democratische Volkspartij) binnenhaalde (> 80%). De getuigen herhalen voortdurend dat wat hun steden is overkomen daarom een strafmaatregel was. Vooral het verhaal van een jonge student greep veel toehoorders bij de keel. Samen met een zestigtal medestudenten trok ze in een solidariteitsmissie naar Cizre op het moment dat voor de vierde keer een avondklok werd ingesteld die 79 dagen zou gehandhaafd blijven (van 13 december 2015 tot 11 februari 2016). Het leger sloot de stad af en begon die met tanks te beschieten. Alle getuigen waren het er over eens dat de beschietingen, het afsluiten van het water en elektriciteit de bevolking uit de huizen moest drijven. De beschietingen waren willekeurig volgens de meeste getuigen. Na dertig dagen beschouwde het leger al achterblijvers als terroristen, hoewel er nog tal van burgers vastzaten. De beschietingen werden steeds heftiger. De studente vertelt dat het onmogelijk was om de huizen nog te verlaten. Tientallen bewoners, onder wie veel vrouwen, kinderen en ouderen schuilden in kelders. Zij die de huizen probeerden te verlaten werden beschoten. De straten lagen vol met gewonden en lijken. Ambulances mochten niet uitrukken (dat hoorden we van alle getuigen), wie mensen probeerde te redden werd zelf beschoten. De studente had eerder al een paar van haar vrienden dood teruggevonden in een ander gebouw Ze vond het eigenaardig dat ze geen schotwonden vertoonden, wel braaksel naast hun lichamen. Het gebouw is nadien platgebrand met de lichamen er nog in, om "bewijsmateriaal te vernietigen" zo concludeert ze.
Haar verhaal: “In onze kelder waren er heel wat gewonden. Maar ze konden niet weg en wij hadden niets om hen te verzorgen”, aldus de studente. “Het leger wist dat we daar zaten, we hadden alle informatie per telefoon doorgegeven. Toch begon het leger het gebouw te beschieten. We vroegen om hulp maar die kwam niet. Er was iemand die beide handen was verloren. Iemand anders zijn benen. Hij lag daar te bloeden. Twee vrienden hielden het op een dag niet meer uit en probeerden de kelder te verlaten. Ze werden onmiddellijk doodgeschoten. Daarna gooiden ze flessen binnen. We dachten dat het water was, maar het bleek benzine. Op een gegeven moment brak er brand uit. Verschillende mensen zijn levend verbrand. Een jonge man schreeuwde dat hij de geboorte van zijn zoon wilde meemaken. Hij werd gedood. Het is een mirakel dat ik hier zit. Door toeval ben ik halfvluchtend tussen het puin verzeild geraakt. Daar lag ik verschillende dagen. Het is heel moeilijk om dat allemaal te vertellen. Ik kan er nog altijd niet bij dat er zo'n grote barbaarsheid bestaat, stel je voor mensen levend verbranden. Gruwelijk.”
In drie kelders zijn bijna alle aanwezigen gedood, door beschietingen en brand, in totaal 143 doden. In een van de kelders gebeurde de aanval op het moment dat er getelefoneerd werd om de evacuatie te bespreken. dat was in samenspraak met de regering. Op de conferentie konden we het opgenomen telefoongesprek horen en hoe het plots afbrak als gevolg van een aanval van het leger. Alle 31 mensen zijn toen gedood, allemaal burgers, hoewel de regeling voor de evacuatie rond leek te zijn. De hele namiddag hoorden we gelijkaardige verhalen. Ook hoe militairen nationalistische en hatelijke slogans zongen of riepen. De verhalen liepen heel parallel. Als je Cizre googelt dan kan je heel wat informatie over de gebeurtenissen terugvinden. Er zijn ook videobeelden terug te vinden zoals een groep mensen die beschoten werd tijdens een begrafenisstoet met heel zichtbaar witte vlaggen (hier vind je een stukje fragment van een nieuwsuitzending, op de conferentie konden we de hele video zien). Er vielen daarbij opnieuw doden en gewonden. Het was een van de zeldzame keren dat we het geweld ook tot bij ons op de beeldbuis kregen. In totaal vielen in Cizre rond de 260 burgerdoden. Er is nooit onderzoek naar gevoerd, al zeker niet door de Turkse regering. Ook de media-aandacht - net zoals nu rond Afrin - was bijzonder schaars. Vandaar dat dit tribunaal zo belangrijk is.