Image
Nigeria

Abuja, 2023; Beeld: Tolu Owoeye, shutterstock.com

Een dodelijke slag slaan voor investeerders
Artikel
9 minuten

De hervormingen van president Tinubu hebben de Nigerianen in economische wanhoop gestort, waarbij de torenhoge kosten en gewelddadige onderdrukking de brutale tol blootleggen van een neoliberaal beleid.

In augustus vorig jaar braken massale protesten uit in het West-Afrikaanse land Nigeria. Aangedreven door woede over een levensonderhoudskosten-crisis en geïnspireerd door de opstand van de Keniaanse jeugd die toen aan de gang was, werden de #EndBadGovernance-protesten in Nigeria de spil voor actie-oproepen om de inflatie te beteugelen en de stijging van de prijzen van brandstof, elektriciteit en voedsel terug te draaien. Maar in plaats van de problemen rond de hoge kosten van het levensonderhoud op te lossen, werden de protesten in de meeste delen van het land beantwoord met waterkanonnen en echte kogels, vooral in het noorden van Nigeria, waar naar verluidt minstens 40 demonstranten werden doodgeschoten door veiligheidstroepen. Dit geweld ging ook gepaard met een reeks arrestaties in Gestapo-stijl van vermeende protestleiders en sponsors, waaronder veel minderjarigen.

Het is typerend dat de Nigeriaanse autoriteiten onmiddellijk ontkenden dat er doden waren gevallen. De inspecteur-generaal van de politie zei op een bepaald moment dat zijn mannen geen echte kogels hadden afgevuurd. Een nieuw rapport van Amnesty International onthult echter de bloederige details van de repressie die plaatsvond tijdens het protest. Met als titel ‘Bloody August: Nigerian Government's Violent Crackdown on #EndBadGovernance Protests’, geeft het rapport een huiveringwekkend inzicht in de brute klassenstrijd die zich ontvouwt in het dichtstbevolkte land van Afrika, waar een onpopulair pro-Westers regime staatsterreur inzet om de volledige liberalisering van Nigeria's economie te versnellen - een door het IMF en de Wereldbank geïnspireerd project uit de jaren 1980, dat door de vorige regeringen enigszins werd vertraagd.

Zeventien maanden geleden, nauwelijks enkele minuten nadat hij ingezworen was, kondigde president Bola Ahmed Tinubu in een onbedachte opmerking die afweek van zijn geschreven toespraak, de afschaffing van de geldende benzinesubsidie aan. Nauwelijks had de nieuw verkozen president het Adelaarsplein verlaten -waar de uitgebreide ceremonie plaatsvond waarmee zijn ambt werd ingeluid- of het onmiddellijke effect van zijn onstuimige aankondiging begon zich te manifesteren. In het hele land ontstonden spontane gedeeltelijke stakingen, waardoor de samenleving even tot stilstand kwam. Er vormden zich rijen bij benzinestations omdat automobilisten in paniek benzine gingen aankopen, terwijl duizenden pendelaars, waaronder werknemers en studenten, vaststonden aan bushaltes in het hele land, omdat de kosten voor transport plots de pan uit rezen.

Initieel werd Tinubu's demarche door velen gezien als het product van overmoed of, erger nog, een moment van waanzin. Later, in een toespraak tot een groep Nigerianen in Parijs, probeerde de president zijn actie in een etherisch licht te plaatsen door te zeggen dat hij gegrepen was door een plotselinge ingeving. Achteraf gezien is het echter duidelijk dat Tinubu's actie op 29 mei slechts een voorproefje was van de schoktherapie die de methodologie van zijn regime zou bepalen bij de uitvoering van zijn neoliberaal project. In tegenstelling tot het gradualisme van de Buhari-jaren -wat hem de bijnaam ‘Baba Go Slow’ opleverde- bestaat Tinubu's aanpak uit drie delen: schok, ontzag en andermaal schok ('shock and awe'). Voordat de Nigerianen de impact van de explosief stijgende benzineprijzen volledig hadden verwerkt, ging het regime over tot het devalueren van de munt. Tegen dat de Nigerianen de gevolgen van dit fiasco op de deviezenmarkt goed begonnen te voelen, werd ook de volledige impact waarneembaar van een elektriciteitsaanvoer-maatregel nog ingevoerd door het regime van Buhari, zes weken voor het einde van zijn termijn. Tot groot ongenoegen van huishoudens en industrieën, leidde deze maatregel tot een enorme stijging van de elektriciteitskosten.  

Vandaag tart de benzineprijs de wetten van de zwaartekracht, en heeft het gecombineerd effect van andere neoliberale hervormingen die het regime snel na elkaar invoerde, de Nigeriaanse bevolking in de ergste levensonderhoudskosten-crisis in bijna drie decennia gestort. Terwijl de prijzen van voedsel en brandstof de afgelopen 16 maanden met respectievelijk 61% en 355% zijn gestegen, zijn de lonen in reële waarde gedaald. Het resultaat is dat velen honger lijden omdat de transport- en energiekosten bijna het hele maandsalaris opslokken. Tragisch genoeg werkt meer dan 80 procent van de Nigerianen in de ongereguleerde informele sector, waar de nationale minimumloonwet nauwelijks wordt nageleefd. Velen zitten ook zonder werk: meer dan 11 bedrijven hebben het land verlaten binnen het eerste bestuursjaar van het huidige regime. Desondanks zet de heersende elite zijn bevoorrechte en weelderige levensstijl gewoon voort. Zo nam de president te midden van de algemene malaise een nieuwe Cadillac Escalade en een Airbus 330 privé-vliegtuig, ter waarde van 150 miljoen dollar, in ontvangst.

In puur militaire termen is ‘shock and awe’ (schok en ontzag) -een snelle overheersingsstrategie waarbij overweldigende kracht wordt gebruikt om een tegenstander te verlammen- bedoeld om de vijand te demoraliseren zodat deze niet in staat is om weerstand te bieden. Tinubu's schoktherapie had precies hetzelfde doel, vandaar de reflexmatige reactie van het regime toen de wolken van verzet zich vanaf begin juli begon samen te pakken en de daaropvolgende maand uitbraken.

In het Amnesty International-rapport wordt verslag uitgebracht van de bloederige details van het buitensporig geweld dat de veiligheidstroepen, voornamelijk de politie en het leger, gebruikten om het protest de kop in te drukken. Volgens het rapport zijn er minstens 24 demonstranten gedood in de staten Kano, Katsina, Jigawa, Niger en Borno, maar uit andere verslagen blijkt dat het dodental veel hoger ligt. “In bijna alle gevallen werden de slachtoffers neergeschoten door de politie, die van dichtbij met scherp schoot, vaak op het hoofd of de romp, wat suggereert dat er geschoten werd om te doden. Twee van de geïnterviewde overlevende demonstranten liepen wonden op nadat ze door de politie in hun arm en been waren geschoten. Verschillende overlevenden werden verstikt door willekeurig gebruik van traangas”, stelt het rapport.

Sommige slachtoffers namen niet eens deel aan het protest, wat aantoont hoe wreed de repressie was. De 30-jarige Nana-Firdausi Haruna was bijvoorbeeld een maaltijd aan het koken voor haar familie toen ze besloot om houtskool te gaan kopen. Ze is nooit meer thuisgekomen. Hetzelfde geldt voor de 20-jarige Salahuddeen Umar. Hij werd doodgeschoten terwijl hij zijn vrienden uitzwaaide die waren langsgekomen om te kijken hoe het met zijn gezondheid gesteld was omdat hij al dagen ziek was. De vijfjarige Muhammad Sani speelde samen met andere kinderen voor zijn huis toen een kogel zijn onderbuik doorboorde. Abduljal Yusuf uit Rijiyar Lemo in de staat Kano werd doodgeschoten in zijn kruidenierswinkel, terwijl de 20-jarige Fa'izu Abdullahi op straat werd aangeklampt door politieagenten die hem opdroegen zijn handen omhoog te doen, wat hij deed. Maar hij werd toch doodgeschoten.

Als we afgaan op de door de staat georkestreerde propaganda en de dreigementen die het protest voorafgingen, dan toont dit een regime dat in paniek is over het vooruitzicht dat een massabeweging -als die toegestaan wordt zich te ontwikkelen- de status quo zal verstoren. Recente gebeurtenissen op het Afrikaanse continent hebben laten zien hoe zelfs kleine protesten over economische of democratische kwesties onderliggende grieven kunnen versterken en snel een katalysator kunnen worden voor een massale opstand. De ongegronde repressie tegen het protest van augustus 2024, was de handelswijze van een staat die slag levert om te overleven. Binnen deze context passen ook de beschuldigingen van een “Russisch complot” en het lopend proces tegen de demonstranten wegens verraad, waarop volgens de Nigeriaanse wetgeving de doodstraf staat.

Het volstaat op te merken dat Tinubu aan de macht is gekomen na het behalen van het laagste aantal stemmen voor een Nigeriaanse president sinds 1979. Hij werd verkozen door slechts 8,7 miljoen kiezers of 10 procent van het totaal aantal geregistreerde kiezers, en met 36 procent van de uitgebrachte stemmen. Terwijl de economische catastrofe van de neoliberale hervormingen door de samenleving scheurde, stortte de kleine sociale basis die het regime na de verkiezingen van 2023 had weten te behouden, geleidelijk in.

Als er een regime bij uitstek is dat niet geschikt is om de neoliberale hervormingen van het IMF en de Wereldbank door te voeren, dan is het wel het Tinubu-regime. Voormalig president Goodluck Jonathan, een veel populairdere president, werd in januari 2012 bijna ten val gebracht toen hij een soortgelijke poging deed. Toch is het net het gebrek aan echte steun in eigen land dat werkt als een dwingende factor voor het regime om niet alleen op te treden als de blijde bode van het neoliberalisme in Nigeria, maar ook als posterboy van de westerse interesse in de regio. Om beide te kunnen doen, is er echter een sociale basis nodig die het regime ontbeert, vandaar dat het een beroep doet op de politie en het leger om te onderdrukken en ontzag in te boezemen.

Iets verder weg zien we een herhaling van hetzelfde patroon. De pogingen van de Keniaanse president William Ruto om de neoliberale agenda te versnellen, katapulteerde hem van de ene dag op de andere van een president met een zekere mate van populariteit -vanwege zijn verleden van armoede naar rijkdom- naar een president wiens politieke carrière nu aan een zijden draadje hangt. Volgens officiële cijfers werden niet minder dan 39 demonstranten gedood, 361 verwond en 627 gearresteerd tijdens de protesten tegen de financieringswet in het Oost-Afrikaanse land. Daarbij komen nog minstens 32 gevallen van “gedwongen of onvrijwillige verdwijningen”.

Uiteindelijk kunnen we daarom dus stellen dat de implementatie van het neoliberalisme onvermijdelijk gepaard gaat met de gewelddadige onderdrukking van burgerlijke vrijheden. In het geval van Nigeria zouden de gebeurtenissen van afgelopen augustus wel eens de eerste stappen kunnen zijn op weg naar de consolidatie van een civiele kapitalistische dictatuur.

In zijn geheel presenteert het rapport van Amnesty International vernietigend bewijs van buitengerechtelijke moord door de Nigeriaanse staat en zijn apparaten van repressie. Helaas is er geen garantie dat deze onthulling enige gevolgen zal hebben. Het is immers niet de eerste keer dat de Nigeriaanse staat straffeloos onschuldige burgers vermoordt. Tijdens het #EndSARS-protest vier jaar geleden oordeelde een gerechtelijk onderzoekspanel, ingesteld door de Nigeriaanse staat Lagos, dat het leger op 20 oktober 2020 verantwoordelijk was voor de moord op minstens 12 demonstranten tijdens een bruut optreden bij de tolpoort van Lekki. In het rapport werd ook aanbevolen om een aantal mensen te sanctioneren, waaronder overheidsfunctionarissen en privépersonen, die een directe en indirecte rol hebben gespeeld in de tragedie. Tot op heden is echter niemand voor het gerecht gebracht voor deze moorden.

Naar alle waarschijnlijkheid zal dit nieuwe rapport een vergelijkbaar lot beschoren zijn, tenzij activisten, maatschappelijke organisaties en vakbonden in staat zijn om de druk op het regime op te voeren om actie te ondernemen. Het potentieel om effect te ressorteren van zelfs beperkte actie, bleek begin vorige maand. Grote verontwaardiging op sociale media dwong het regime om een aantal zieke en ondervoede minderjarige demonstranten die waren gearresteerd in de context van het #EndBadGovernance-protest, in allerijl vrij te laten, toen beelden van hun voorgeleiding in de rechtbank het internet in beroering brachten.

Er is een gebrek aan serieuze publieke betrokkenheid bij het Amnesty-rapport, maar de inspecteur-generaal van de Nigeriaanse politie leek het initiatief alvast naar zich toe te trekken door snel een onderzoek naar de beschuldigingen aan te kondigen. Tegelijkertijd verklaarde hij dat het rapport “vervalst en verwarrend” is. Het spreekt voor zich dat een onderzoek door de politie de gerechtigheid niet ten goede komt. Het rapport van Amnesty International wijst het hele politiekorps met de vinger, dus een ernstig onderzoek kan alleen van buitenaf komen, niet van binnenuit. Het is daarom dat activisten nu dringend online campagnes en fysieke acties moeten organiseren, waaronder protestbijeenkomsten en betogingen, om de onmiddellijke instelling van een onafhankelijk en openbaar onderzoek naar de brute onderdrukking van het #EndBadGovernance-protest te eisen.

Dit vertaalde artikel verscheen eerder in Africa is a Country.
 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Land

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.