Image
ICC

Shutterstock.com

ICC-aanklager wil juridische actie tegen Israël
Artikel
11 minuten

Eergisteren werd het nieuws verspreid dat het Bureau van de aanklager van het Internationaal Strafhof in Den Haag arrestatiebevelen heeft aangevraagd voor de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en zijn minister van Defensie Yoav Gallant, evenals voor drie Hamasleiders -Yahya Sinwar, Mohammed Diab Ibrahim al-Masri (aka Deif) en Ismail Haniyeh- wegens vermeende oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid.

Deze gerechtelijke procedure staat volledig los van de genocide-aanklacht tegen Israël voor het Internationaal Gerechtshof. Dat is een ander soort rechtbank, die om het ingewikkeld te maken wel ook in Den Haag zetelt. Terwijl het Internationaal Gerechtshof (ICJ) -het belangrijkste gerechtelijke orgaan binnen de Verenigde Naties- zich bezighoudt met rechtsgeschillen tussen staten (op verzoek van een of meerdere staten), vervolgt het Internationaal Strafhof (ICC) personen die worden verdacht van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden of de misdaad van agressie (zoals vastgelegd in het Statuut van Rome, het verdrag dat aan de basis ligt van de oprichting van het ICC).

 

Procedure

Technisch gezien gaat het recente verzoek tot het uitschrijven van arrestatiebevelen van de Britse hoofdaanklager van het Internationaal Strafhof, Karim Khan, eerst naar een Kamer van Vooronderzoek. Die Kamer bestaat uit drie magistraten: voorzittend rechter Iulia Motoc uit Roemenië, rechter Maria del Socorro Flores Liera uit Mexico en rechter Reine Alapini-Gansou uit Benin. Zij krijgen geen deadline opgelegd voor hun beraadslagingen. In eerdere zaken deden de bevoegde rechters er iets meer dan een maand tot enkele maanden over om tot beslissingen te komen. Als de rechters het met elkaar eens zijn dat er “redelijke gronden” zijn om aan te nemen dat er oorlogsmisdaden of misdaden tegen de menselijkheid zijn gepleegd, kunnen zij arrestatiebevelen uitvaardigen.

 

Het arrestatiebevel moet de naam van de beschuldigde vermelden, de specifieke misdaden waarvoor een arrestatie wordt uitgevaardigd en een opsomming van de feiten die deze misdaden omvatten. De rechters in de Kamer kunnen ook wijzigingen aanbrengen in de arrestatiebevelen of slechts gedeeltelijk instemmen met wat de aanklager van het Strafhof vraagt. De aanklachten kunnen in een later stadium nog worden gewijzigd en geüpdatet.

 

Eenmaal er effectief een arrestatiebevel is uitgevaardigd tegen een persoon, zijn alle 124 staten die partij zijn bij het Statuut van Rome, verplicht om die persoon van zodra die een voet op hun territorium zet, op te pakken en uit te leveren aan het ICC. Het Strafhof heeft echter geen middelen om een arrestatie af te dwingen. Een procedurele tik op de vingers is het ergste dat een land dat zijn verplichting negeert om iemand op ICC-bevel te arresteren, kan verwachten. Het risico om in een pak landen opgepakt te worden blijft voor de persoon waartegen een bevel loopt, echter meer dan groot genoeg om diens reiskeuzes te beïnvloeden. Er gelden geen beperkingen voor staatshoofden, andere politieke functionarissen of diplomaten om personen te gaan opzoeken die onderhevig zijn aan een arrestatiebevel van het ICC, maar het oogt politiek gezien natuurlijk niet al te best.

 

Zowel Israël als de VS erkennen het Internationaal Strafhof niet. 

 

Niet alle staten in de wereld erkennen het Strafhof. Sommige landen sloten zich nooit aan bij het Statuut van Rome (bijvoorbeeld China en India), andere landen ondertekenden het wel, maar ratificeerden het nooit. Zowel Israël als de Verenigde Staten vallen in de laatste categorie. Beide landen lieten de secretaris-generaal van de VN in 2002 ook formeel weten dat zij niet langer van plan zijn om ooit partij te worden en als zodanig geen wettelijke verplichtingen hebben die voortvloeien uit hun ondertekening van het Statuut van Rome. Hoewel de VS-minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken in 2021 de bezwaren van zijn land uitte “tegen de pogingen van het Hof om rechtsmacht uit te oefenen over personeel van staten die geen partij zijn, zoals de Verenigde Staten en Israël", verwelkomde president Biden twee jaar later het arrestatiebevel dat de rechters van het ICC uitvaardigden tegen president Poetin. Rusland is trouwens evenmin partij bij het Statuut van Rome, dat het verdrag net als de VS tekende, maar daarna weigerde te ratificeren.
 

Oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid

Het nieuws van het Internationaal Strafhof werd door mensenrechtenverdedigers over heel de wereld en grote mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en Human Rights Watch, positief onthaald. Gezien de immense druk vanuit Washington om Israël van elke kritiek te blijven vrijwaren, is het zelfs historisch te noemen. Terwijl het uiteraard toe te juichen valt dat er ook via juridische weg eindelijk wat gaten worden geboord in de politieke en diplomatieke muur van immuniteit die Israël al decennia beschermt, zijn er wel een aantal bedenkingen te maken bij het initiatief van het Strafhof.

 

Zo wil Khan drie Hamas-leiders aanklagen voor de aanval in Zuid-Israël op 7 oktober, waarbij zo'n 1200 mensen om het leven kwamen en ongeveer 240 anderen werden gegijzeld. Daartegenover staat dat voor de inmiddels al meer dan zeven maanden aanslepende Israëlische genocidale wraakoperatie in de Gazastrook, maar twee Israëlische leiders worden vervolgd. Dit gaat voorbij aan de totale disproportionaliteit van de feiten. Het is ook duidelijk dat Khan de bredere context van decennia van Israëlische onderdrukking, bezetting, kolonisatie en apartheid ten opzichte van de Palestijnen volledig buiten beschouwing wil laten. De hele kwestie lijkt maar begonnen te zijn op 7 oktober 2023 en beperkt zich geografisch tot Zuid-Israël (op 7 oktober) en Gaza (erna). Verpakt als een initiatief gebaseerd op gelijke gerechtigheid, wekt dit de indruk dat het om een conflict gaat tussen twee gelijkwaardige partijen, in plaats van om een aanslepend kolonisatieproces, waarbij een onderdrukte bevolking, zonder eigen leger, zich verzet tegen een tot de tanden bewapende repressieve bezettingsstaat.

 

De Israëlische functionarissen wordt geen enkele misdaad onder de sectie 'genocide' ten laste gelegd.

 

Ook bij de opsomming van de concrete misdaden die hebben geleid tot het verzoek om arrestatiebevelen uit te vaardigen, vallen enkele zaken op. Eerst en vooral dat de Israëlische premier en minister van Defensie geen enkele misdaad onder de aparte sectie 'genocide' (Artikel 6 in het Statuut van Rome), ten laste wordt gelegd. In het licht van het lopende genocide-onderzoek van het Internationaal Gerechtshof tegen Israël, kan dit toch worden gezien als een statement. In maart publiceerde de VN-Mensenrechtenraad overigens nog een rapport waarin "redelijke gronden" werden gevonden om aan te nemen dat Israël genocide pleegt. Khan spaart de Israëlische leiders hier expliciet, en negeert zo opnieuw de zware disproportionaliteit van de hele situatie.
 

Netanyahu en Gallant worden net als de Hamas-leiders wel crimineel verantwoordelijk gesteld voor verschillende wreedheden onder de secties 'misdaden tegen de menselijkheid' en 'oorlogsmisdaden' (respectievelijk Artikels 7 en 8 in het Statuut van Rome). Daaronder worden de Israëlische politici onder meer beschuldigd van de misdaden “uitroeiing” en “moord”, evenals “de uithongering van burgers als een methode van oorlogsvoering” en het “opzettelijk richten van aanvallen op een burgerbevolking”. De Speciale VN-Rapporteur voor het Recht op Huisvesting, Balakrishnan Rajagopal, merkte snel op dat er een aantal aanklachten ontbraken, onder meer de oorlogsmisdaad ‘het aanvallen van civiele infrastructuur’, “waaronder huizen!”.

 

Haniyeh, de politieke leider van Hamas, Sinwar, de leider van Hamas in Gaza, en Muhammad Deif, hoofd van de militaire vleugel van Hamas, worden door Khan onder meer crimineel verantwoordelijk gesteld voor de misdaden “uitroeiing”, “moord” en “foltering” (ook in de context van opsluiting). Die laatste beschuldiging wordt niet vernoemd in het lijstje van misdaden van Netanyahu en Gallant. Nochtans zijn er ondertussen al heel wat meldingen en zelfs beelden van het systematisch en grootschalig gebruik van foltering tegen Palestijnen door Israëlische soldaten, o.a. in detentiekampen - en ook reeds lang voor 7 oktober.
 

Een andere aanklacht die alleen ten laste wordt gelegd van de drie Hamas-leiders is “verkrachting” en “het gebruik van seksueel geweld”, een beschuldiging die Israël sinds 7 oktober luidkeels en zonder bewijs is blijven herhalen, en die ondertussen door onderzoek is ontkracht. Uit Khans statement van 20 mei blijkt dat het zou gaan over seksueel geweld “tegen sommige gijzelaars”. Toch stelt Khan in zijn statement van 20 mei: “Mijn kantoor blijft ook onderzoek doen naar berichten over seksueel geweld op 7 oktober”. Door deze beschuldiging prominent en apart op te nemen in zijn lijst van vermeende oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid geeft Khan opnieuw geloofwaardigheid aan de weerlegde bewering dat verkrachting en seksueel geweld een bewust, grootschalig en strategisch onderdeel uitmaakten van de Hamas-aanval van 7 oktober.

 

Impact en reacties

 

Zoals hoger vermeld erkennen zowel Israël als zijn belangrijkste internationale sponsor, de Verenigde Staten, het Internationaal Strafhof niet. Indien er in de nabije toekomst effectief arrestatiebevelen worden uitgevaardigd tegen Netanyahu en Gallant, hoeven ze dus niet echt voor hun vrijheid te vrezen.
 

Het ICC-initiatief komt er in een context van groeiende internationale verontwaardiging, veroordelingen en protest tegen de acties van Israël. 

 

Toch kan de impact -niet in het minst op symbolisch vlak- groot zijn. Deze juridische stappen worden gezet in een context van groeiende internationale verontwaardiging, veroordelingen en protest tegen de acties van Israël te opzichte van de Palestijnen in Gaza, maar ook in de bezette gebieden en Israël zelf. Het toont aan dat Israël steeds meer geïsoleerd geraakt en zich een status van pariastaat op de hals aan het halen is, zelfs al geniet het de onvoorwaardelijke steun van Washington. Deze evolutie staat los van het feit of de ICC-magistraten uiteindelijk zullen overgaan tot het uitvaardigen van arrestatiebevelen tegen de Israëlische functionarissen of niet.

 

Als de ICC-rechters wel besluiten dat er redelijke gronden zijn om aan te nemen dat Netanyahu en Gallant oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid begaan in Gaza, zou dat de diplomatieke relaties van Israël behoorlijk kunnen beïnvloeden. Het zou ook de initiatie van andere juridische procedures tegen Israël kunnen aanmoedigen en bestaande rechtszaken versterken. Naast de hangende ICJ-zaak van Zuid-Afrika tegen Israël, spanden middenveldorganisaties en burgers in verschillende landen al rechtszaken aan tegen Israëlische bedrijven, of tegen de eigen regeringen om ze te dwingen sancties op te leggen aan Israël, bijvoorbeeld de invoering van een wapenembargo. In België stapten vorige week nog negen organisaties naar de rechtbank (waaronder Vrede vzw) om de Israëlische rederij ZIM en onbekenden aan te klagen voor de doorvoer van wapens via Belgische havens naar Israël.
 

Dat de juridische demarche van hoofdaanklager Khan totaal niet gesmaakt kon worden door de geviseerde Israëlische leiders en de bredere politieke en militaire entourage in het land is uiteraard geen verrassing. Benny Gantz, minister zonder portfolio in het oorlogskabinet van Netanyahu, noemde het een “misdaad van historische proporties”. De Israëlische minister van Financiën, Bezalel Smotrich verkondigde op X: “We hebben sinds de Nazi-propaganda niet meer zo’n uiting van hypocrisie en Jodenhaat gezien als die van het Haagse Tribunaal”. Premier Netanyahu verklaarde een maand geleden al dat het een “schandaal op historische schaal” zou zijn als het ICC arrestatiebevelen zou uitvaardigen tegen hoge Israëlische regeringsfunctionarissen. Hij bestempelde het besluit van het ICC dan ook als “antisemitisch” en “een aanval op Israël”. Overtuigd van de eigen nationalistische mythes fulmineerde hij: “Ik verwerp met afschuw de vergelijking van de aanklager in Den Haag tussen het democratische Israël en de massamoordenaars van Hamas”. Ook de Israëlische president Herzog verklaarde dat “elke poging om parallellen te trekken tussen deze gruwelijke terroristen en een democratisch gekozen regering van Israël – die werkt aan het vervullen van haar plicht om haar burgers te verdedigen en te beschermen, geheel in overeenstemming met de principes van het internationaal recht – schandalig is en door niemand kan worden geaccepteerd”.

 

In Europa zijn de reacties naar goede gewoonte zeer verdeeld. Oostenrijk, Tsjechië, Duitsland en Italië uitten hetzelfde onbegrip als de Israëlische politici over het feit dat democratisch verkozen vertegenwoordigers van een staat over dezelfde kam worden geschoren als “een terroristische organisatie”. De EU-landen die zich de afgelopen maanden kritisch uitspraken over de acties van Israël in Gaza -Spanje, Ierland en België- betuigden hun expliciete steun aan het Strafhof en het initiatief van Khan. De Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Hadja Lahbib, postte op X: "Misdaden die in Gaza zijn gepleegd, moeten op het hoogste niveau worden vervolgd, ongeacht de daders". Ook Frankrijk schaarde zich achter het ICC.

 

De Europese landen reageerden zeer verdeeld op het nieuws van de hoofdaanklager van het ICC.

 

De Europese landen erkennen het ICC en gaan er prat op het internationaal recht en de mensenrechten hoog in het vaandel te dragen. Indien Netanyahu en Gallant een arrestatiebevel aan hun broek krijgen wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid kan dat voor ongemakkelijke situaties zorgen, zeker voor landen die het Israëlische regime traditioneel genegen zijn. De arrestatiebevelen zouden ook een dwingende reden moeten zijn om het geldende Associatieakkoord tussen de EU en Israël in vraag te stellen. (Al had dit akkoord dat het land een geprivilegieerde handelsrelatie met de EU garandeert, en een duidelijke mensenrechtenclausule bevat, uiteraard al lang ontbonden moeten worden).

 

Vanuit de VS kwam er vrij voorspelbaar niets dan kritiek op het ICC. President Joe Biden veroordeelde de aanvraag van Khan simpelweg als “schandalig!”. “Wat 'schandalig' is, is Israëls door de VS gesteunde, decennialange straffeloosheid voor oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid gericht tegen Palestijnen. [Een straffeloosheid] die het heeft aangemoedigd om zijn grootschalige aanval op 2,2 miljoen mensen in Gaza te lanceren, terwijl het de aanvallen en de landinnames op de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem, heeft opgevoerd”, reageerde het ‘Center for Constitutional Rights’ gisteren in een verklaring waarin het ICC-initiatief werd verwelkomd.

 

Een week voor de formele aankondiging over de arrestatiebevelen, ontving hoofdaanklager Khan een brief van twaalf Republikeinse VS-senatoren, waarin gedreigd werd met vergeldingsmaatregelen tegen het ICC als hij Netanyahu of andere Israëlische topfunctionarissen zou aanklagen. “Val Israël aan en wij zullen u aanvallen”, waarschuwden de senatoren. De brief beroept zich op de ‘US Service-Members' Protection Act’, een wet uit 2002 die informeel bekend staat als de ‘Den Haag invasiewet’, en die de VS-president de autoriteit geeft “om alle noodzakelijke en passende middelen in te zetten” -inclusief militaire- om VS-burgers én bondgenoten te bevrijden die gevangenzitten of vastgehouden worden door het ICC.

 

Het is onwaarschijnlijk dat Netanyahu en Gallant effectief ergens fysiek aangehouden zullen worden, en nog onwaarschijnlijker dat de dreigingen geuit in de brief van de oorlogszuchtige Republikeinse senatoren ooit worden uitgevoerd (al weten we nooit wat een eventueel presidentschap van Trump in petto heeft), maar het schetst wel de sfeer waarin het initiatief van Khan wordt ontvangen in politieke kringen in de VS.


Er kan wel van worden uitgegaan dat Washington de politieke/diplomatieke druk nu zal opvoeren in een poging te beletten dat de ICC-rechters de arrestatiebevelen tegen de Israëlische functionarissen uitvaardigen.


 


 

 


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Campagne

BDS

De Boycot, Desinvestering & Sancties-beweging (BDS) wil een einde brengen aan de internationale steun voor de Israëlische onderdrukking van de Palestijnen. Vrede vzw ondersteunt de BDS-beweging in België. 

Basisinfo

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.