Terwijl alle media-aandacht dit weekend gevestigd was op de moordpoging op de Republikeinse presidentskandidaat Donald Trump en de voetbalfinales van het Europees Kampioenschap en de Copa América, ging het Israëlisch leger in Gaza opnieuw moorddadig te keer.
Op maandag 15 juli stuurde de commissaris-generaal van het VN-agentschap voor Palestijnse vluchtelingen (UNRWA), Philippe Lazzarini, een bericht de wereld in waarin hij zijn afschuw uitdrukte over de recente vernieling in Gaza Stad van het hoofdkwartier van zijn hulporganisatie - de belangrijkste levenslijn in de Gazastrook.
“Schokkend”, stelde hij nadat het Israëlisch leger het UNRWA-hoofdkwartier volledig in puin had achtergelaten. “Alweer een episode in de flagrante veronachtzaming van het internationaal humanitair recht”
Sinds de start van de Israëlische oorlog in de Gazastrook zijn al bijna 200 UNRWA-faciliteiten -waaronder klinieken en scholen- beschadigd of vernield. Daarbij werden honderden Palestijnen gedood. “Faciliteiten van de Verenigde Naties moeten te allen tijde worden beschermd. Ze mogen nooit worden gebruikt voor militaire- of gevechtsdoeleinden. Elke oorlog heeft regels. Gaza is geen uitzondering”, vervolgde Lazzarini.
Maar Gaza vormt wel degelijk een uitzondering. Niet zozeer omdat er internationale rechtsregels worden geschonden, want dat is eigen aan oorlog, maar wel omdat de onomstotelijke Israëlische oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en schendingen van het internationaal recht -niet in het minst de misdaad genocide- nu al bijna 10 maanden systematisch, op enorme schaal én totaal straffeloos aanhouden. Meer nog, ze worden gerechtvaardigd, gefinancierd en gefaciliteerd door een aantal westerse landen, die nochtans beweren de mensenrechten en het internationaal recht hoog in het vaandel te dragen.
De Verenigde Staten en Duitsland blijven zelfs ongestoord wapens leveren aan de compleet losgeslagen Israëlische regering. Vorige week donderdag besliste president Biden nog om een tijdelijk uitgestelde levering aan Israël van 1.700 bommen van 500 pond (230 kg), te laten doorgaan. Deze vernietigende tuigen -een 500 pond-bom kan alles en iedereen binnen een ontploffingsradius van 20 meter ernstig beschadigen of doden- zullen meer dan waarschijnlijk worden ingezet tegen de massaal ontheemde burgers in Gaza.
Desalniettemin durft Biden zichzelf op de borst te kloppen voor het sinds mei wel tegenhouden van de levering van 1.800 bommen van 2000 pond (900 kg), omwille van bezorgdheden over “het eindgebruik” van de wapens. "Ze kunnen niet ingezet worden in Gaza of enig ander bevolkt gebied zonder grote menselijke tragedie en schade te veroorzaken", verklaarde Biden vorige week donderdag tijdens een persconferentie aan het einde van de NAVO-top in Washington.
Dat de VS sinds 7 oktober al meer dan 10.000 bommen van 2000 pond aan Israël bezorgde vóór de momenteel opgeschorste levering, verzweeg hij vakkundig, evenals het feit dat het blokkeren van deze ene levering niet belet heeft dat Tel Aviv rijkelijk voorzien bleef worden van andere dodelijke VS-wapens. Er staat momenteel trouwens een nieuwe miljarden-wapenverkoop aan Israël in de steigers, die o.a. F-15 gevechtsvliegtuigen omvat. Het is alleszins duidelijk dat president Biden geen contradictie ziet in de bewapening van het Israëlisch leger en de inmiddels zelfverklaarde doelstellingen om de burgers in Gaza te beschermen en een staakt-het-vuren veilig te stellen. In werkelijkheid is de hypocriete Biden-regering volledig medeplichtig aan de verschrikkelijke Israëlische gruweldaden tegen de Palestijnen in Gaza en aan de bestendiging ervan.
Escalatie houdt aan
De vernietiging van het UNRWA-hoofdkwartier komt er in het kielzog van een van de dodelijkste weken sinds de start van de oorlog op 7 oktober. Afgelopen weekend alleen kwamen meer dan 140 mensen om en raakten honderden anderen gewond, onder meer bij Israëlische luchtaanvallen op het Ash Shati’-vluchtelingenkamp in Gaza Stad en op de zogenaamde ‘veilige zone’, al-Mawasi, in het zuiden van de Gazastrook.
Iedereen weet ondertussen dat er helemaal geen veilige zones bestaan in het gebied. UNICEF en tal van andere noodhulporganisaties zeggen dit al maanden. Veilige zones moeten volgens het internationaal recht voldoende basisvoorzieningen hebben voor geëvacueerde burgers om te overleven – medisch materiaal en infrastructuur, voedsel en water, beschutting, sanitaire voorzieningen.
De Israëlische belegering van Gaza, waarbij alle hulpgoederen drastisch worden beperkt of tegengehouden, zorgt er op zich al voor dat deze definitie van een veilige zone, nooit van toepassing is geweest op de plaatsen waar interne vluchtelingen werden samengedreven. Niet alleen leven de Palestijnen in de overbevolkte vluchtelingenkampen in Gaza in erbarmelijke omstandigheden -onderhevig aan honger en ziektes- het Israëlisch leger schendt deze zelf ingestelde zones ook geregeld met militaire aanvallen. De Palestijnse gezinnen die gedwongen werden zich te vestigen in al-Mawasi werden de afgelopen zes weken bijvoorbeeld al drie maal gebombardeerd.
Woonwijken en burgerinfrastructuur in de gebieden die niet uitgeroepen zijn tot ‘veilige zones’ worden door Israël sowieso als legitieme militaire doelwitten beschouwd, telkens met het onbewezen excuus dat er “terroristen” worden geviseerd. Bewoners krijgen hooguit een evacuatiebevel opgelegd alvorens het Israëlisch leger zijn duivels ontbindt.
Hoewel Gaza Stad in de eerste maanden van de oorlog al grondig werd platgebombardeerd, kwam de stad sinds twee weken opnieuw in het oog van de Israëlische storm terecht.
Het Israëlisch leger trok zich donderdag 11 juli, na een twee weken durend grondoffensief, terug uit het tot puin herleide al-Shuiaiya, een oostelijke buitenwijk van Gaza Stad. Het Sabha-hospitaal, de laatste kliniek die in bedrijf was in deze buurt, werd volledig van de kaart geveegd. Er vielen minstens 60 doden tijdens de militaire incursie in Al-Shuiaiya.
Het 'industriële' noorden van Gaza Stad werd vorige week het doelwit van een zware bombardementencampagne, terwijl de zuidelijke buurt Tal al-Hawa en de westelijke wijken van de stad van 8 tot 12 juli onderworpen werden aan een intensief grondoffensief.
Daarbij was er sprake van arbitraire beschietingen, raids in woningen, gedwongen evacuaties en werden er andermaal vele huizen en andere burgergebouwen vernield en in brand gestoken. Medische teams die gewonde mensen ter hulp wilden snellen, werden belemmerd. Toen de Israëlische troepen zich vorige week vrijdag terugtrokken, bleek dat minstens 60 Palestijnen waren gedood, waaronder hele families, vrouwen en kinderen. Hun lichamen werden teruggevonden in hun huizen en in de straten en steegjes van de geviseerde wijken. Sommigen waren verkoold.
Veldteams van Euro-Med Monitor onderzoeken de meldingen van diefstallen van Palestijnse bezittingen, folteringen en buitenrechtelijke executies door Israëlische soldaten tijdens de vierdaagse inval. Een van de gedocumenteerde gevallen was de mishandeling van de 58-jarige Khaled Darwish Muhammad Zaidiyeh. Samen met verschillende leden van zijn familie werd hij vastgehouden in zijn huis.
“(De soldaten) plasten, deden koffie op hun urine en verplichtten ons ervan te drinken… We werden gefolterd en vastgebonden… mijn neef Mustafa, die werd vermoord, vroeg om zijn handboeien te verwijderen of losser te maken. Maar de soldaten weigerden en sloegen hem over zijn hele lichaam. Iedereen die probeerde te spreken, werd hard afgeranseld ...Terwijl ik op mijn buik lag kroop een van de soldaten bovenop mij en begon op mij in te beuken met zijn combat-schoenen… Ze [de soldaten] begonnen te schieten… Dan trokken ze zich terug uit het gebied en dreigden ze ons te vermoorden met quadcopters en snipers.”
Het officiële dodental in Gaza ligt ondertussen al bijna op 39.000 – al berekende het medisch dagblad ‘The Lancet’ onlangs dat het werkelijk aantal gedode Palestijnen waarschijnlijk eerder rond de 186.000 of meer is.
Een van de ergste aspecten van aanslepende oorlogen -zo ook in deze niet-aflatende genocide- is de gewenning die optreedt bij de buitenwereld. Politici en de media zijn al lang met andere zaken bezig en kijken niet meer op van een zoveelste slachting op het terrein. Het is daarom aan het middenveld, burgers, activisten en solidariteitsbewegingen overal ter wereld om ervoor te zorgen dat de Palestijnen in Gaza niet worden vergeten, om van onderuit druk te blijven uitoefenen op hun regeringen.
“Het is tijd om onze gemeenschappelijke menselijkheid terug te winnen. De mensen in Gaza zijn kinderen, vrouwen en mannen die net al u en ik het recht hebben om te leven en te hopen op een betere toekomst”, aldus UNRWA-commissaris-generaal, Philippe Lazzarini.