De Tunesische oppositieleider Rached Ghannouchi werd op maandag 15 mei veroordeeld tot een jaar gevangenis wegens 'opruiing'.
Het Nationaal Front voor de Redding, de oppositionele coalitie waarvan de islamistische Enaddha-partij van Ghannouchi deel uitmaakt, veroordeelde het vonnis op Facebook als een onrechtvaardige vervolging na een schijnproces.
“Dit beleid van repressie is een rechtstreeks gevolg van de staatsgreep tegen de grondwet en het monopolie van de absolute heerschappij, en het is de enige toevlucht van de autoriteiten tegenover hun falen om de economische zaken te beheren en hun onvermogen om de verstikkende financiële en sociale crisis die het land doormaakt aan te pakken”, aldus het statement van het Nationaal Front voor de Redding.
Het verwijst naar het autocratisch bestuur van de huidige president Kais Saied, die in de zomer van 2021 het parlement opschortte en de regering ontsloeg. Eenmaal hij de macht had overgenomen werd de persvrijheid ingeperkt en benoemde hij zichzelf tot procureur-generaal van het land. Exact een jaar later voerde hij via een volksraadpleging een nieuwe Grondwet in die de president ook bevelhebber van het leger maakte en een totale greep op de macht gaf. De feitelijke terugkeer van het autoritarisme was bij deze ingeluid.
Sindsdien maakt Saied er werk van om elke vorm van kritiek te fnuiken, het maakt niet uit of die van de media, de politieke wereld, de vakbonden of de sociale bewegingen komt. Tientallen oppositionele politici zitten al maanden opgesloten op basis van arbitraire en ongegronde beschuldigingen. Saied verklaarde dat elke rechter die hen zou vrijlaten, beschuldigd kan worden van "het helpen van verraders".
Ennahda-leider en parlementslid Sahbi Atig werd op 12 mei opgepakt op verdenking van witwaspraktijken en ging onmiddellijk in hongerstaking tegen de volgens hem politieke vervolging. Hij volgt daarmee het voorbeeld van Ennahda-lid Youssef Al-Nouri, die een dag eerder werd opgepakt en een hongerstaking aankondigde. Al-Nourri wordt net als minstens twaalf andere aan Ennahda gelieerde figuren beschuldigd van ‘samenzwering tegen de binnenlandse veiligheid van de staat’.
Met de opsluiting van de 81-jarige voormalige parlementsvoorzitter Ghannouchi, heeft Saied zich nu ontdaan van één van zijn meest prominente tegenstanders. De rechtstreekse aanleiding voor de veroordeling was een uitspraak tijdens de grafrede die hij gaf voor een partijlid in februari. Ghannouchi stelde toen dat de overledene "geen armoede, heerser of tiran vreesde". Volgens het gerecht verwees de oppositieleider met het woord ‘tiran’, naar de politie, wat blijkbaar neerkomt op opruiing.
Een maand geleden hadden de Tunesische autoriteiten ook al bijeenkomsten in alle kantoren van de islamistische oppositiepartij Ennahda verboden en sloot de politie het hoofdkwartier van het Nationaal Front voor de Redding.
Maatschappelijke crisis
Als rechtvaardiging voor zijn staatsgreep in 2021 wees Saied op de verslechterende economie en de gebrekkige openbare gezondheidszorg (op dat moment beleefde het land het hoogtepunt van de COVID-19 pandemie), die volgens hem de schuld waren van de corruptie en roekeloosheid van Ennahda.
Tunesië kende in 2020-2021 inderdaad de ergste economische neergang sinds de onafhankelijkheid van Frankrijk in 1956. Door de pandemie daalde het Bruto Binnenlands Product in 2021 met bijna 10%. Terwijl het land nog maar begonnen was met zich moeizaam te herstellen van deze klap, viel Rusland in februari Oekraïne binnen wat o.a. de grondstofkosten en de voedselprijzen de hoogte in jaagde. Meer dan 70% van de tarwe die Tunesië importeert komt uit Oekraïne en Rusland. Oekraïne is ook de grootste leverancier van maïs en gerst aan het land. Daarnaast heeft de klimaatcrisis ertoe geleid dat Tunesië de afgelopen twee decennia in toenemende mate te kampen krijgt met ernstige droogtes.
Hoewel Saied suggereerde dat zijn overname van de macht gepaard zou gaan met het gezwind orde op zaken stellen op economisch vlak, bleef het beloofde miraculeuze herstel uit. De economische en sociale problemen in Tunesië -de bakermat van de pro-democratische beweging (Arabische lente) meer dan tien jaar geleden- worden steeds groter. Maar het uiten van kritiek op Saieds beleid en heerschappij is ondertussen een risicovolle zaak geworden en levert al gauw het etiket ‘terrorist’ op.
Deze week nog werd de radiojournalist, Khalifa Guesmi, door een Tunesisch Hof van Beroep veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf op basis van de antiterrorismewet voor het bekendmaken van informatie over de veiligheidsdiensten van het land. Amira Mohamed, vice-voorzitter van de vakbond van Tunesische journalisten, SNJT, reageerde: "Dit is de zwaarste straf die de Tunesische rechtbanken tegen een journalist hebben uitgesproken. Het is een gevaarlijke autoritaire tendens en een flagrante aanval op de persvrijheid." De vakbond waarschuwde in een rapport begin deze maand nog voor "ernstige bedreigingen" voor de persvrijheid in het land.
Naast het inperken van de burgerlijke vrijheden en de vervolging van critici, maakt Saied gebruik van een beproefde afleidingstactiek om zijn macht te verzekeren. Frustratie, teleurstelling en woede over de sociaal-economische situatie worden vakkundig gekanaliseerd naar de Sub-saharaanse migranten in het land.
Op 21 februari 2023 gaf de president een vlammende racistische toespraak waarin hij onder meer beweerde dat illegale migratie vanuit andere delen van Afrika deel uitmaakte van een internationaal complot om het karakter van Tunesië te veranderen. Zijn anti-migratiehouding heeft geleid tot een escalatie van geweld (zowel van de staat als van burgers) tegen mensen die raciaal bestempeld worden als ‘Afrikaans’, wat in de Tunesische sociale verbeelding neerkomt op zwart, buitenlands en cultureel en economisch arm.
Het harde optreden en samenzweerderige retoriek van Saied tegen immigranten zonder papieren uit Sub-Sahara-landen vindt plaats in de context van een groeiende populariteit van de ‘Parti Nationaliste Tunisien’, die vooral sinds begin dit jaar intensief campagne voert voor de uitzetting van alle Sub-saharaanse migranten zonder papieren. Deze in december 2018 officieel erkende partij heeft de sociale media overspoeld met complottheorieën en dubieus gemonteerde video's die Tunesiërs aanmoedigen om hun buren zonder papieren aan te geven voordat ze het land kunnen “koloniseren”.
De xenofobe uitspraken van Saied hebben wel een nieuwe generatie jonge activisten op straat gelokt. Een groot deel van deze generatie voelde minachting voor de politici die het land leidden na de Arabische Lente. De machtsgreep van Saied had hen bijgevolg relatief onbewogen gelaten. Of deze antiracisme-activisten andere sociaal-maatschappelijke krachten in Tunesië kunnen inspireren tot een protestbeweging tegen de autocratie en voor het herstel van de democratische rechtsstaat valt echter te betwijfelen.