Image
strike

Beeld: X-account van 'The White House'

Venezuela in het vizier van Washington
Artikel
9 minuten

Sinds begin september heeft de Trump-regering al tien civiele boten aan flarden geschoten, waarvan acht in de internationale wateren van de Caraïbische Zee (voor de kust van Venezuela) en twee in de Stille Oceaan. Daarbij zouden zeker 43 mensen gedood zijn. De meest recente aanval dateert van donderdag op vrijdagnacht.

Volgens president Trump gaat het om “zelfverdediging tegen narco-terroristen” uit Venezuela die de VS “overspoelen met fentanyl en andere drugs”. Het Werelddrugsrapport van de Verenigde Naties (VN) stelt nochtans duidelijk dat Venezuela geen narcostaat is en de ‘Drug Enforcement Administration’ (DEA) van de VS zelf, stelt dat er geen drugs worden geproduceerd of verwerkt in Venezuela. De meeste drugs komen de VS binnen via de Stille Oceaan -niet langs de Caraïbische Zee- vanuit Ecuador, Colombia en Bolivia. Helemaal geen fentanyl en slechts 5% van de Colombiaanse cocaïne zou zijn weg vinden naar de VS via Venezuela.

Zonder enig bewijs bestempelt de VS de opvarenden van de met raketten geviseerde kleine private boten als gevaarlijke drugssmokkelaars. Maar zelfs als deze bewering waar zou zijn, heeft de VS-regering geen enkele wettelijke bevoegdheid om ze zonder enige vorm van proces te doden, laat staan met militaire aanvallen. 'Human Rights Watch' en andere mensenrechtenorganisaties hebben het over "illegale buitenrechtelijke executies".

Drugshandel is een misdaad waar in de VS geen doodstraf op staat en de strijd ertegen is een taak van wethandhavingsdiensten, geen taak van het leger. Washington is officieel ook niet in een oorlog verwikkeld met Venezuela. De acties van het VS-leger komen dan ook neer op een grove schending van het internationaal recht en zijn eveneens in strijd met de eigen VS-wetgeving. De VN, dat de buitenrechtelijke executies veroordeelde, wees erop dat ze niet alleen een schending van het internationaal recht vormen, maar ook van het internationaal zeerecht, dat onder geen enkele omstandigheden "ongeprovoceerde aanvallen op schepen toestaat".

Na de achtste militaire aanval op een civiel vaartuig afgelopen dinsdagavond vervoegde Jill Wine-Banks, de voormalige hoogste juridische adviseur van het VS-leger en Watergate-aanklager, het groeiend koor aan stemmen binnen de VS die waarschuwen voor een verdere uitbreiding van Trumps bombardementen. “Hij moet worden tegengehouden”, schreef ze op Bluesky. “Dit is illegaal en brengt Amerika in gevaar.”

Maar de losgeslagen Trump, zijn minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio -naar verluidt de belangrijkste architect van het agressieve VS-beleid ten opzichte van Venezuela-, en zijn minister van Oorlog Pete Hegseth hebben een duidelijk uitgesproken doel: de regering van de Venezolaanse president Nicolás Maduro moet vallen onder een ‘maximum pressure'-strategie.

Sancties

President Maduro is de politieke erfgenaam van Hugo Chavéz, die in 1998 de Venezolaanse verkiezingen won en vervolgens zijn ‘Bolivariaanse Revolutie’ lanceerde, bestaande uit socialistische hervormingen en de nationalisering van de belangrijkste industrieën. Venezuela zit bovenop de grootste bewezen olievoorraad ter wereld en beschikt over waardevolle afzettingen goud, diamant en coltan. Trump aast op de controle over deze natuurlijke rijkdommen voor de VS-industrieën. De onafhankelijke anti-imperialistische en anti-koloniale koers die Venezuela vaart is al jaren een doorn in het oog van opeenvolgende VS-regeringen en vormt een beletsel voor de in Washington vanzelfsprekend geachte politieke dominantie van de VS in heel Latijns-Amerika.

In 2015 vaardigde president Obama een uitvoeringsbesluit uit dat Venezuela officieel bestempelde als een “buitengewone bedreiging voor de nationale veiligheid en het buitenlands beleid van de Verenigde Staten”. Deze stap kwam er nadat er in Venezuela zelf protesten waren uitgebroken, aangedreven door de hoge inflatie, een gebrek aan basisgoederen en stijgende criminaliteit. Venezuela vormde op geen enkele manier een bedreiging voor de binnenlandse veiligheid van de VS, maar dit etiket vormde de dubieuze wettelijke formaliteit die werd gebruikt om economische sancties te kunnen opleggen aan Venezolaanse functionarissen, met als justificatie de democratische erosie in het land.

In 2017 breidde Trump de sancties drastisch uit. Hij sloot Venezuela uit van de financiële markten, plaatste nog meer hooggeplaatste functionarissen op de zwarte lijst en viseerde vrijwel elke sector van de Venezolaanse economie. In 2019 kwam er een volgende uitbreidingsronde, met onder meer een olie-embargo (de olie-industrie is de belangrijkste bron van inkomsten van de overheid) en sancties gericht tegen de wereldwijde netwerken die handel drijven met Venezuela. 

Onder Biden bleven de strenge sancties behouden, al was er sprake van enige tactische flexibiliteit in de vorm van tijdelijke versoepelingen gekoppeld aan voorwaarden. De Europese Unie en Canada hadden inmiddels ook hun eigen economische sancties ingevoerd - net als de VS, volledig buiten de VN om. 

De verwoestende gevolgen bleven niet uit. De economische situatie in het land verslechterde enorm, evenals de levensomstandigheden van de Venezolanen, onder meer zichtbaar in indicatoren als ondervoeding. Professor Alena F. Douhan, de Speciale Rapporteur van de VN over Eenzijdige Dwangmaatregelen concludeerde herhaaldelijk dat de sancties tegen Venezuela politiek gemotiveerd zijn, de meest fundamentele mensenrechten ondermijnen en in strijd zijn met het internationaal recht. De gevolgen van de sancties hebben ook de emigratie uit Venezuela drastisch versneld, in de eerste plaats naar buurland Colombia, maar ook naar de VS. In het kader van haar strenge anti-immigratiebeleid kondigde de Trump-regering begin februari aan dat ze de tijdelijke wettelijke bescherming tegen deportatie voor bijna 350.000 Venezolanen beëindigde. Sindsdien zijn ze een belangrijk doelwit van de agressieve raids van het VS-Immigratieagentschap (ICE).

Het pad effenen voor militair geweld

Een decennium aan sancties heeft niet geleid tot de gewenste regimewissel in Venezuela, dus zocht Trump -naast zijn verder opgeschroefde sanctieregime- naar manieren om de druk nog meer op te voeren. Op zijn eerste dag terug tekende hij een uitvoeringsbesluit dat het mogelijk maakt om criminele organisaties en drugskartels aan te merken als “buitenlandse terroristische organisaties”, wat hij exact een maand later ook deed. Eén van de geviseerde groepen is ‘Tren de Aragua’ (TdA), een Venezolaanse criminele bende die is uitgegroeid tot een transnationale organisatie en betrokken zou zijn bij o.a. drugshandel en mensensmokkel.

In het kader van zijn vendetta tegen Maduro, beweert Trump dat deze drugshandel gebeurt in samenwerking met of zelfs onder leiding van de Venezolaanse president zelf, die hij er eveneens van beschuldigt opzettelijk zijn gevangenissen en gekkenhuizen leeg te maken om criminelen en verkrachters naar de VS te sturen. 

Op 26 maart werd de Venezolaanse president, samen met een tiental andere functionarissen, in beschuldiging gesteld in de VS van “drugshandel, het witwassen van geld en narco-terrorisme”. Dit gebeurde zonder enig bewijs te leveren en in weerwil van een inlichtingen-analyse door de VS-‘National Intelligence Council’, waarin duidelijk wordt geconcludeerd dat het Maduro-regime “geen beleid heeft om samen te werken met TdA, en TdA niet aanstuurt richting de VS om daar activiteiten te ontplooien”. De VS-regering vaardigde niettemin een beloning uit van 15 miljoen dollar voor informatie die kan leiden tot Maduro’s arrestatie. Deze beloning werd inmiddels opgetrokken tot maar liefst 50 miljoen dollar.

De beschuldigingen tegen Maduro gingen gepaard met veel dreigende retoriek en werden gevolgd door een indrukwekkende militaire ontplooiing van VS-marineschepen, gevechtsvliegtuigen en onderzeeërs langs de maritieme grenzen van Venezuela. Op 2 september werd de eerste militaire aanval gelanceerd tegen een klein privaat schip op zee. Sindsdien is het buitenrechtelijk dodelijk geweld alleen maar geëscaleerd. Vergezeld van filmpjes waarop te zien is hoe de kleine boten volledig worden vernietigd door inkomende raketten, wordt elke aanval triomfantelijk aangekondigd op sociale media door president Trump of minister van Oorlog Hegseth. 

De militaire opbouw breidt ondertussen verder uit. Vrijdag beval Hegseth de tactische maritieme gevechtsvloot opgebouwd rond het nieuwste en grootste vliegdekschip van de VS-marine, de USS Gerald R. Ford, om zich naar de wateren voor de Venezolaanse kust te begeven. Het kan gaan om een maximale intimidatiestrategie, maar het lijkt er sterk op dat de weg wordt bereid voor een bredere militaire interventie. Op 15 oktober bevestigde Trump dat hij de CIA alvast de toestemming heeft gegeven om geheime operaties uit te voeren in Venezuela en hij zinspeelde ook al op militaire aanvallen op het Venezolaanse vasteland.  

Monroe-doctrine

Onder het mom van de strijd tegen drugs en narco-terrorisme is er sprake van een ware neokoloniale heropleving van de Monroe-doctrine. Deze doctrine uit 1823 kent zijn oorsprong in de betrachting de Europese koloniale machten uit Latijns-Amerika te houden, en beschouwt het continent als een invloedssfeer van de VS. Ze werd doorheen de geschiedenis veelvuldig aangegrepen als rechtvaardiging voor verregaande politieke, economische en militaire inmenging door Washington (van de ‘Banana Wars’ tot de staatsgrepen tijdens de Koude Oorlog en de hedendaagse sancties tegen Venezuela en Cuba).

Tijdens de eerste termijn van Trump verklaarde zijn toenmalige Nationale Veiligheidsadviseur, John Bolton, in een toespraak over Latijns-Amerika: “Vandaag verkondigen we met trots voor iedereen: de Monroe-doctrine is springlevend”. Hoewel Bolton ondertussen in ongenade is gevallen, is de doctrine dat geenszins. Integendeel. Het plan om de soevereiniteit van Venezuela te slopen, de controle over 's werelds grootste oliereserves veilig te stellen en een volgzaam regime te installeren, is in volle gang.

Hoewel er ongetwijfeld wat te zeggen valt over het binnenlands beleid van de Maduro-regering, mogen argumenten over het democratisch gehalte en de mensenrechtensituatie in Venezuela niet gebruikt worden om de aandacht af te leiden van de verbijsterende, illegale internationale agressie van de VS, noch om ze te rechtvaardigen. (Beeld je in hoe de wereld zou reageren als China op basis van ongefundeerde beweringen een aantal Taiwanese of Filipijnse civiele boten zou bestoken met raketten?)  

De extensieve geschiedenis van VS-inmenging in Latijns-Amerikaanse aangelegenheden leert ons dat het verdedigen van de mensenrechten of de democratie, nog nooit de werkelijke drijfveer is geweest voor inmenging - getuige de vele meedogenloze, maar VS-vriendelijke dictatoriale regimes die dankzij de steun van Washington aan de macht kwamen en/of konden blijven (bijv. Guatemala in 1954, Brazilië in 1964, Chili in 1973, Argentinië in 1976, enz). Deze keer is het niet anders. Alleen dient hier eerder “de oorlog tegen drugs” (evenmin een nieuw concept), dan de verdediging van de mensenrechten of de democratische waarden, als excuus van de Trump-regering om zich te ontdoen van een politiek/ideologisch en economisch eigengereide pion in de achtertuin van de VS.

Dat Trump met zijn militaire escalatie in de Caraïbische Zee ook naar andere vervelende pionnen in de regio de boodschap stuurt dat er niet met hem te sollen valt, is mooi meegenomen. Gustavo Petro, de linkse president van Venezuela's buurland Colombia, heeft zich de laatste tijd ontpopt tot de vervelendste pion van allemaal, onder meer met zijn harde kritiek op Israël. Tijdens de afgelopen Algemene Vergadering van de VN in New York, verscheen president Petro, getooid in een keffiyah, voor de duizenden betogers die zich verzameld hadden in Manhattan om hun ongenoegen te uiten over de aanwezigheid van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu. In een geïmproviseerde toespraak riep hij onder meer op tot de bevrijding van Palestina, veroordeelde hij de genocidale acties van Israël en verzocht hij VS-soldaten om niet te gehoorzamen aan de bevelen van president Trump, die daarop fel gepikeerd Petro’s visa introk

De Colombiaanse president noemde de unilaterale raketaanvallen tegen civiele boten voor de Venezolaanse kust "moorden" en veroordeelde ze streng als “een daad van tirannie”. Ook zijn Mexicaanse collega, presidente Claudia Sheinbaum, hekelde de "buitenrechtelijke executies".

De sfeer in de regio is extreem gespannen en de angst voor een potentiële gewapende interventie is groot. De regering van Venezuela heeft geprobeerd om met de VS te onderhandelen. Naar verluidt bood het verregaande toegevingen, maar begin oktober werd de dialoog volledig verbroken door Trump. President Maduro pleit ervoor de gesprekken te hervatten: “Onze diplomatie is geen diplomatie van kanonnen of dreigementen, want de wereld kan niet meer de wereld van 100 jaar geleden zijn”. Tegelijkertijd probeert hij zijn land voor te bereiden op een directe aanval. Miljoenen Venezolanen hebben zich na zijn oproep om het land te helpen verdedigen, aangesloten bij gewapende burgermilities. In heel Latijns-Amerika en de Caraïben wordt de adem ingehouden.


Iets fouts of onduidelijks gezien op deze pagina? Laat het ons weten!

Nieuwsbrief

Schrijf je in op onze digitale nieuwsbrief.