In 2021 was het vijf jaar geleden dat een Vredesakkoord tussen de Colombiaanse regering en de Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (FARC) officieel een einde bracht aan meer dan een halve eeuw oorlog. Ongeveer 13.000 guerrillastrijders van de FARC werden gedemobiliseerd en integreerden zich in het burgerleven. President Manuel Santos ontving in 2016 de Nobelprijs voor de Vrede voor het tot stand brengen van het akkoord. Maar het Vredesakkoord kon er niet voor zorgen dat geweld uitgebannen werd.
De regering van de huidige president Iván Duque, die Santos in 2018 opvolgde, was het Vredesakkoord niet gunstig gezind en hield zich niet aan de bepalingen ervan. Als gevolg daarvan groeide de kleine groep FARC-dissidenten die zich niet had neergelegd bij het Vredesakkoord de laatste jaren gestaag opnieuw aan. Ondertussen bleven de kleinere guerrillabewegingen het Nationaal Bevrijdingsbeweging (ELN) en het Populair Bevrijdingsleger (EPL) altijd actief. Daarnaast opereren er verschillende rechtse paramilitaire groepen in Colombia -vaak verbonden aan drugskartels- waarvan de grootste ‘Clan del Golfo’ is.
Stijgend aantal bloedbaden en moorden
In de praktijk heeft het Vredesakkoord geen halt kunnen toeroepen aan de aanwezigheid van gewapende groepen, het geweld en de cultuur van geweld in het land. Volgens het onderzoekscentrum Indepaz waren er in 2021 maar liefst 92 bloedbaden in Colombia (1 meer dan in 2020). De eerste slachtpartij vond al plaats op 10 januari, toen vier gewapende mannen in het stadje Morelia (Caquetá-departement) het vuur openden in een zaal waar op hanengevechten gewed wordt. Het resultaat: drie doden en zeven gewonden. Slechts een paar uur later berichtten de media: "Tweede bloedbad in minder dan een dag”. Bij het incident in Betania (in het departement Antioquia) vielen drie slachtoffers: een 23-jarige jongeman, zijn moeder en haar partner.
Volgens het onderzoekscentrum Indepaz waren er het voorbije jaar 92 bloedbaden in Colombia.
De laatste in de media gerapporteerde slachtpartij van 2021 vond plaats in de nacht van 26 december, in het oostelijke departement Casanare. Drie boeren, leden van dezelfde familie, werden in de buurt van hun huis doodgeschoten. Slechts een paar uur eerder was er in een nabijgelegen regio nog een bloedbad waarbij vier gewonden en drie doden vielen. De dag ervoor, op kerstdag, drong een gewapende groep een inheems reservaat in Putumayo binnen en vermoordde zeven mensen. De gemeenschap meldt dat er evenveel personen vermist zijn en dat 35 families noodgedwongen moesten verhuizen.
In totaal vielen er bij de 92 slachtpartijen van 2021, 326 doden. De helft van de moordpartijen vond plaats in slechts vier departementen: Cauca (14), Antioquia (14), Valle del Cauca (12) en Nariño (9).
De algemene toename van alle indicatoren van geweld (slachtpartijen, moorden, gedwongen ontheemding, politiegeweld, …) tijdens de afgelopen jaren kan verklaard worden door een combinatie van factoren. Er is het inadequate veiligheidsbeleid van de regering, de trage en onvolledige uitvoering van het Vredesakkoord en de COVID19-pandemie, die gewapende groepen de kans gaf om zich uit te breiden in gebieden waar de staat zich terugtrok.
Volgens Juan Pappier, onderzoeker voor ‘Human Rights Watch’ is "2021 het jaar met het hoogste aantal moorden per 100.000 inwoners in Colombia sinds 2013". Het Colombiaans ministerie van Defensie meldde dat er in november 2021 al 12.787 moorden gepleegd waren. Zeven jaar lang waren er geen vergelijkbare cijfers (2014 komt met in totaal 12.060 moorden het dichtst in de buurt).
Duque’s veiligheidsbeleid
Eén van de belangrijkste redenen voor de geweldsgolf is de houding van de regering. Het Vredesakkoord heeft duidelijke bepalingen over het voorkomen en aanpakken van geweld. Zo engageert de staat zich volgens het akkoord tot het bieden van voorzieningen die garanderen dat gedemobiliseerde guerrilla’s zich kunnen integreren in de burgermaatschappij, tot het ontwikkelen van een beleid om overblijvende gewapende groepen het hoofd te bieden, en tot het heroriënteren van het antidrugsbeleid ten gunste van de burgers (vaak boerengemeenschappen) die er al jaren door getroffen worden.
Duque is echter niet geïnteresseerd in een vredesbeleid. Hij houdt zich aan geen enkele van deze bepalingen en wil met harde hand optreden, zoals zijn mentor Álvaro Uribe hem dat als president voordeed. Alleen is de dynamiek op het terrein ondertussen veranderd. Het gewapend conflict werd vroeger gedomineerd door de FARC, dat een duidelijke structuur en ideologie had. Nu zijn er tientallen gewapende groepen die allemaal controle willen verwerven over uitgestrekte territoria en (een deel van) de illegale economieën.
Duque wil met harde hand optreden, zoals zijn mentor Álvaro Uribe hem dat als president voordeed.
Het veiligheidsdiscours van de regering blijft gebaseerd op strenge repressie en ‘de oorlog tegen drugs’. Eind oktober pakten de Colombiaanse regering en het leger uit met de gevangenneming van Dairo Antonio Úsuga, alias Otoniel, als de "belangrijkste klap van deze eeuw voor de drugshandel". Later verklaarde Otoniel, die als leider van Clan del Golfo ongeveer 3.000 man onder zijn bevel heeft, dat hij had ingestemd met zijn overgave - iets wat de regering ontkent.
In de gebieden waar de Clan del Golfo opereert, houdt het geweld alleszins niet op. In Ituango, in het noorden van Antioquia, was deze paramilitaire groep verantwoordelijk voor het verdrijven van minstens 4000 inheemse boeren.
De Colombiaanse NGO CODHES registreerde in 2021, 167 gevallen van massale ontheemding in Colombia. Hele families werden geteisterd door geweld en zagen zich verplicht hun huizen te ontvluchten. Het gaat om 82.846 personen in totaal. De meerderheid van de slachtoffers zijn leden van inheems en Afro-Colombiaanse gemeenschappen.
Indien hun leiders zich verzetten tegen de aanwezigheid van gewapende groepen op hun territoria of de inbeslagname van hun gronden, riskeren ze hun leven en dat van hun families. Colombia staat al een paar jaren bekend als één van de gevaarlijkste landen ter wereld voor inheemse en sociale leiders, waaronder mensenrechtenverdedigers. Volgens Indepaz werden in 2021 zeker 168 mensen vermoord die onder deze categorie vallen. Sinds de ondertekening van het Vredesakkoord in 2016 zijn dat er al meer dan 1200.
Ook ex-strijders van de FARC worden regelmatig geviseerd met bedreigingen, geweldpleging en zelfs moord - en niet alleen door wraakzuchtige ideologische tegenstanders. Hoewel 95% van de voormalige FARC-strijders het vredesproces naleeft, brengt de trage uitvoering van de overeenkomst hen soms in conflict met dissidente ex-FARC-leden en andere guerrilla’s die hen verraders vinden.
Stedelijk geweld
Ook in de grote steden van Colombia is geweld niet veraf. De onveiligheid in sommige buurten blijft groot en is alleen maar toegenomen tijdens de pandemie (zowel het interfamiliaal geweld als de gewelddadige criminaliteit). Het openlijk pronken met mobiele telefoons, camera’s en andere dure spullen is ten zeerste afgeraden. Zo bezweek de 32-jarige VN-medewerkster Natalia Castillo in de nacht van 23 december nog aan de verwondingen die ze opliep tijdens een straatoverval in de Colombiaanse hoofdstad Bogotá. De buit was een gsm.
De onveiligheid in de grote steden blijft groot en is alleen maar toegenomen tijdens de pandemie.
Enkele weken geleden kondigde de regering van Duque aan dat het extra politieagenten wil inzetten om de criminaliteit en het geweld in de stedelijke gebieden het hoofd te bieden. Het gaat om dezelfde kortzichtige repressieve en militaristische aanpak als in de landelijke regio’s. De duidelijk structurele oorzaken van de stijgende criminaliteit zijn socio-economisch: armoede, werkloosheid, ... in een zeer ongelijke en neoliberale maatschappij. Er zijn de laatste jaren ook een pak arme immigranten uit Venezuela gearriveerd in de grote Colombiaanse steden. Ze hebben maar weinig mogelijkheden in een land zonder betekenisvolle sociale opvang, dat zelf al miljoenen werklozen telt.
Het is tegen deze achtergrond -verergerd door de pandemie- dat Colombianen in de lente van 2021 massaal op straat kwamen. Op een aantal kleinere actiehaarden na, is de grootste golf van sociale protest -die maanden aanhield- ondertussen voorbij, maar alleen al de vele posters en stickers met politieke boodschappen die in de straten blijven verschijnen, verraden dat er niet veel nodig zal zijn om het sociaal verzet opnieuw te doen oplaaien. Grootschalig sociaal protest is sinds 2019 immers een jaarlijks terugkerend fenomeen.
De regering reageerde het afgelopen jaar zeer repressief op de sociale beweging. Van bij het begin traden de veiligheidsdiensten -de nationale politie, het leger en in het bijzonder de speciale anti-oproerpolitie (ESMAD)- zeer hardhandig op, met disproportioneel geweld, waterkanonnen, traangas, schokgranaten en rubberen kogels. In de arme buurten werd soms zelfs met echte kogels geschoten.
De VN bevestigde een paar dagen geleden nog dat de Colombiaanse veiligheidstroepen ten minste 28 mensen vermoordden tijdens de voorbije protesten tegen de regering van Iván Duque. Het is net in de buurten waar het imago van de politie hierdoor volledig gekelderd is dat de Colombiaanse regering nu meer agenten wil plaatsen ter bestrijding van de criminaliteit. Een grotere aanwezigheid van de politie daar zal niet bepaald een kalmerend effect hebben.
De Colombiaanse veiligheidstroepen vermoordden ten minste 28 mensen tijdens de voorbije protesten tegen de regering.
Voorlopig heeft een groot deel van de jongeren en organisaties, die de protestbeweging vormden, hun hoop gevestigd op de eerste links-progressieve kandidaat in de geschiedenis van Colombia die kans maakt op het presidentschap. Op 29 mei 2022 zal senator Gustavo Petro, een ex-guerrilla en voormalig burgemeester van Bogotá, het opnemen tegen Iván Duque. Petro staat momenteel voorop in de peilingen. Heel wat gewone burgers hebben sympathie voor de man en zijn ideeën, maar vrezen dat het geweld in het land opnieuw fel zal oplaaien in het geval hij effectief tot president verkozen wordt. Ze zijn er namelijk van overtuigd dat de rechtse elite en de gewapende strijdkrachten die het land al jarenlang domineren, zich niet zomaar bij die uitslag zullen neerleggen.